27 augustus 2023. Als herboren ga ik om zeven uur onderweg naar Lucca. De stad van de Romeinen, zei een van de vrijwilligers peinzend. In 180VC werd deze stad overgenomen door de Romeinen. De stad moet echt heel bijzonder zijn en omdat ik nog steeds in het rustig-aan-schema loop, kan ik er met de middag al zijn.
In het noorden van Italië is het weer omgeslagen, berichten van heftige regenbuien en overstromingen komen naar ons toe. Gelukkig heb ik het noorden al verlaten. ‘Vannacht,’ zegt een van de vrijwilligers, ‘komt de regen in Lucca.’ Vannacht is voor mij nog ver. Als ik buiten kom schijnt de zon nog steeds. Wel zijn de temperatuur wat gedaald maar ik vind ik het nog warm genoeg.
Achter Piazzano verdwijnt de zon achter de wolken en wordt het benauwd. Op straat is het stil, zondagochtendstil. In een rustig tempo klim ik volgens het profielschema naar ruim 200 meter. Boven stop ik even bij een kerktoren uit de 18e eeuw. Vanaf hier kijk ik zo het dal in. Het ziet er stil uit, geen teken van leven. Er gaat een schok door me heen als opeens de klokken in de toren beginnen te luiden, de grond trilt onder mijn voeten. Ik tel de slagen. Acht. Als ik op mijn horloge kijk zie ik dat de klokken twee minuten te laat zijn. Twee minuten maken hier niet veel uit want een kleine begraafplaats is het enige wat hier het landschap onderbreekt. Ik ga op een steen ervoor zitten en hou een korte pauze. Vanaf de steen bel ik met thuis. Terwijl ik praat kijk ik rond. Naar de olijfbomen, worden de olijven hier nog wel geoogst? Ze zien er net zo uit als het landschap, verstild.
Via de olijftuin ga ik naar beneden. De tuin wordt vervangen door een pad als een watergeul vol stenen en stukken rots, ik ben blij dat het hier niet zo regent als in het noorden. De watergeul wordt een smal pad door dicht struikgewas, overgroeid door bramen en andere stekelige gewassen. Het pad gaat over in de onderste steenplateaus van de berg. Die lopen nog het beste. Ik stap van steen naar steen tot ik bij de openbare weg kom.
Hierna loop ik verder door de bebouwing. Het laatste stuk volg ik de rivier de Serchio die me naar Lucca brengt. Als ik op een bankje zit met wat eten en mijn boek zie ik een pelgrim aankomen. Ik ken hem… Hij kijkt naar mij en gelijk roepen we uit: ‘Veronica, Juliano!’ Wat een verrassing. We hebben elkaar voor het laatst gezien op drie juli in Frankrijk. ‘Waar zijn de anderen,’ vraag ik. Toen ik ze ontmoette waren ze met zes pelgrims. Het was mijn eerste echte gezellig avond in Frankrijk. Hij vertelt dat een aantal waren gestopt en Tania en Matheo lopen een dag voor ons. Samen lopen we de laatste kilometers naar Lucca, ik vind het best gezellig zo. Bij de grote toegangspoort van de stad nemen we afscheid. We slapen ieder op een ander adres. We noteren elkaars telefoonnummers om later in de stad een biertje te drinken. Het is een imposante poort met van die enge Romeinse hekwerken die naar beneden kunnen vallen om je buiten te sluiten. Alleen als je te laat was, dan werd je erdoor gespietst.
Lucca is helemaal ommuurd ik heb er veel over gehoord en nu ben ik er zelf. In de winkelstraten is het erg toeristische, ik hoor regelmatig Nederlandse stemmen. Souvenirswinkeltjes met streekproducten, lange rijen voor het Italiaanse ijs. Pizzeria’s en sjieke restaurantje waar het witte damast ter plekke wordt gestreken. Buiten de winkelstraten krijg ik meer een beeld van de stad. Smalle steegjes, hoge huizen, veel pleinen. Torens waaronder de Romaans-gotische boomtoren met inderdaad, bomen op de top. Kerken met prachtige gouden gevels en andere indrukwekkende panden met ruime versieringen. De prachtige kathedraal, opgetrokken van witte stenen, is wel het pareltje. Als pelgrim mag je gratig naar binnen. Ik dwaal door het gebouw en kom uit bij de tombe van Ilaria Del Carletto, gemaakt in opdracht van haar man. De sarcofage is gemaakt van marmer en wordt gezien als het beste voorbeeld van Italiaanse grafsculpturen. Vertederend kijk ik naar het hondje aan haar voeten.
Na de kathedraal komt er een app van Juliano: bier? Ik antwoord: ik kom eraan. Fabian, een andere pelgrim voegt zich bij ons. We kletsen, eten hartige hapjes en drinken van het bier. Wat is dit gezellig, dit heb ik gemist, eindelijk komen er meer medepelgrims. Fabian loopt nog mee naar mijn hostel om nog wat van de stad te zien. Ondertussen wordt de bewolking dreigend, een paar regendruppels vallen. Het is lang terug dat ik regen gezien heb, ze verdampen meteen op de bestrating
Terug in mijn hostel wordt ook het derde bed bezet. Een Italiaanse dame komt met veel vertoon binnenzwaaien. ‘Oh, wat is het hier koud,’ roept ze steeds.
Eindelijk heb ik een kamer met airco en die heb ik natuurlijk meteen op 24 graden gezet. Eindelijk eens een nacht met een lekkere slaaptemperatuur. Dus niet. Omwille van de vrede laat ik het maar toe dat ze de airco uitzet en het raam openzet om de warmte binnen te laten komen! Ze stelt al haar make-upspullen uit in de badkamer. Om tien uur ‘s avonds besluit ze dat ze toch nog uit gaat. De rust keert terug. Om een uur ‘s nachts komt ze terug. ‘Veronica’, roept ze me wakker, ‘wil jij nog eens naar die airco kijken, het is hier zo koud?
Wat fijn om elke dag je verhaal te lezen Vronie,
En dat je weer een pelgrim ziet die je begin Juli bent tegen gekomen, geweldig !
Gezellig samen op het terras dan vergeet je de vermoeidheid!!!!🍺🍻
Een geaderd wit marmeren planchet of wastafel is nu niet meer zo bijzonder. Maar een levensgroot grafmonument van gepolijste witte kalksteen is dat wel. Je route ging langs of door Carrare, een streek bekend om zijn steengroeven van witte marmers.
Heel fijn om je verslagen te lezen. Sterkte met de laatste loodjes.
Ate
Goed te horen dat je het slechte weer voorbij bent. Mooie ontmoetingen en blijven genieten! Lucca, een ijkpunt en prachtige stad op de route, Ultrea! Groetjes Ans.
Hi Vronie! Door internetstoringen moeilijk bereik gehad hier in Portugal maar nu bezig met inhaalslag! Ik lees je prachtige verhalen in de avond voor aan mijn vrouw en dat is dubbel genot! Wat een prachtige belevenis! We zijn nu op 8 augustus dus nog even te gaan gelukkig!