Bramen…

21 juli 2023.  Het is ontspannen wakker worden. Voor ik wegga knip ik de handdoek nogmaals in tweeën en daarmee is hij nog steeds groter als de handdoek die ik had. Ik laat een helft achter.

Als ik beneden kom heeft Marie het ontbijt al klaarstaan. Ik heb geen haast want het zijn maar 14 km naar Gézier-et-Fontenaly. Ze laat me haar tuin nog zien en ook haar verzameling aarde. Ze heeft een kast vol met flesjes, in die flesjes zit aarde van over de hele wereld. Sommige heeft ze zelf meegenomen andere hebben anderen voor haar meegenomen. Ik vind het fascinerend, de aarde van bijna de hele wereld in één  kast. Opeens bedenk ik me dat ik thuis nog een fles heb met die typische rode aarde uit Afrika en zeg: ‘Marie, ik heb thuis aarde uit Uganda, kan ik jouw daar blij mee maken.’ Twee ogen kijken me blij verrast aan en ik weet het antwoord al. Ik noteer haar adres en als ik in september thuis ben, komt de aarde naar haar toe.  Ik verheug me er nu al op, ik doe graag wat terug voor haar lieve zorg.

Als ik buiten kom zie ik verheugd dat de zon het laat afweten. Ik wandel op mijn gemak, genietend van een ontspannen dag. Als ik een bank zie, ga ik eerst eens zitten. Ik bel uitgebreid met thuis, dat doe ik vaak, het geeft me energie, ik laad me hieraan op. Ik ben geboren in een groot gezin en dat heeft me altijd veel  energie gegeven. Ik hou van ze, zonder uitzondering.

Als ik even verder in de berm zit kijk ik genietend voor me uit. Ik zie in de verte campers en auto’s met caravans erachter rijden onderweg naar hun vakantieadres, ze hebben natuurlijk geen idee dat ik hier zit met mijn rugzak. Misschien rijdt er wel net een bekende daar, fantaseer ik verder.

Ik had nog nooit een das in het echt gezien en nu zie ik hier al in korte tijd de tweede. Helaas is ook deze net als de andere aangereden, aan het zien is het nog niet zo lang terug gebeurd.Het enig voordeel van zijn dood is, dat ik het beest goed kan bestuderen. Met verbazing zie ik dat zijn voetzolen als van een kat zijn. Zachte kussentjes en net als een kat flinke scherpe nagels daartussen. Bij het vorige dier zei de man, waar ik het aan liet zien, dat dassen heel gemeen kunnen bijten. Hij was duidelijk niet gecharmeerd van deze beesten.

Ik loop vandaag niet de route van Ben, dat gaat niet want mijn slaapadres is van de route af. Ik leg mijn lot nu in handen van Organic Maps, een beetje huiverig wel. Maar goed zelf opletten, denk ik. Als snel komen de bossen weer, de eerste paden zijn breed, dat stelt me gerust.  Een oud pad met keien volgt. Mijn gevoel zegt me dat over deze keien al heel veel voeten zijn gegaan. Het zijn prachtige uitgesleten stenen, mogelijk gingen de Romeinen hier ook over?

Aan de zonzijde beginnen hier de bramen te rijpen. Waren de bramen eerst een bron van ellende, kan ik nu  de vruchten ervan plukken.  Ik ga van struik naar struik mijn hand gaat keer op keer naar de bijna zwarte vruchtjes. Ik kan het niet laten. Zoals mijn moeder me vroeger geleerd heeft: eerst kijken of er geen wurmpjes inzitten en dan pas in je mond steken. En als ze goed rijp zijn laten ze meteen los. Oei, wat zijn ze lekker. Ik kan niet stoppen en zie steeds weer een mooiere, een grotere voor in mijn mond. Met paarse handen en een paarse tong kom ik van het pad. De pitjes zitten tussen mijn tanden. Ik krijg ze er niet uit, dat is werk voor de tandenborstel vanavond.

Bossen zijn heerlijk voor de schaduw maar hier zijn de vliegen weer mateloos irritant. Niet één, nee wel tien tegelijk zoemen hinderlijk om me heen. Ze hangen voor mijn gezicht en bij mijn oor. Met mijn wandelstok zwaai ik steeds voor mijn gezicht heen en weer. Tot ik daar ook moe van word. Ik zet mijn hoed op en zo kan ik ze makkelijker wegblazen onder de rand. Als ik op een kruispunt van twee paden kom, ga ik in het midden zitten in de zon zitten voor een korte pauze. Ik hoop dat er daar minder vliegen zijn. Na twee minuten sta ik alweer op met een jeukend oor. Toch ben ik de vliegen dankbaar want nu ontdek ik bijtijds dat ik het verkeerde pad ingeslagen ben.

Het pad wordt nu wel erg spannend. Als een echte indiaan speur ik naar sporen van voorgangers zodat ik zeker weet dat ik niet weer ergens uitkom waar ik niet langs kan. Fietssporen en een afdruk van een schoen stellen me gerust. Als ik dan ook nog de afdruk van het hoefijzer van een paard zie, kijk ik weer gerustgesteld op. Ik passer een beekje en een meertje, het klopt allemaal volgens mijn kaart. Als ik nog verder af moet dalen via een geul ben ik blij als ik de wielsporen weer zie.

Als ik uit het bos kom, ontvouwt zich een prachtig panorama voor me. Ik zie hoge bergen in een blauwige verte. Ik krijg een beetje een wee gevoel in mijn buik, wordt dit mijn pad? Ik wil het eigenlijk niet weten. Een tableau even verder verklaart elk detail. Ik kan de Mont Blanc zien. ‘Dat is toch eigenlijk wel heel bijzonder Veronique’, zeg ik tegen mezelf. Ik denk aan die keer toen ik de Pyreneeën voor het eerst zag, dat vond ik ook zo’n confronterend moment. En nu weer, het maakt me onzeker. Ik geloof nooit dat ik het kan.

Als ik denk dat ik er ben, komen er nog ruim vier kilometer bij.  Domaine Fontenaley ligt verder dan ik had verwacht. Ik zet mijn stokken stevig voor me neer en begin aan het pad naar boven. Ik ben niet lang alleen, onweer vergezelt me in dit laatste stuk. Als ik het pad oploop, blijft de onweer achter.

Op mijn kamer organiseer ik eerst mijn rugzak. Dat is een klusje volgens vast patroon. Alles heeft een vaste plek in die blauwe tas. In het ondersta vak zitten de kampeerspullen en een zakje met van alles wat: een touwtje, duckt tape, naaigerei, alles wat handig kan zijn als er iets stuk gaat. In het hoofdvak zitten onderin mijn lenzen, daarop mijn kleren, de handdoek mijn EHBO/medicijn zak en de toilettas. Vervolgens mijn kooksetje,  mijn beker en het eten. Ook heb ik mijn powerbank voor het grijpen. Mijn fleecevest dekt alles af. In het bovenvak zitten mijn regenspullen. En in het voorvak zit mijn credencial, een boekje met adressen en mijn iPad. In de zijvlakken heb ik mijn sandalen gestopt, mijn plastuit en mijn esbitblokjes. Tevens zit er aan weerszijde een fles water. Elke avond pak ik alles volgens deze volgorde.

Als ik alles klaargelegd heb ga ik naar beneden. Deze B&B zit vol met Nederlanders. Het is heerlijk om zonder na te denken te kunnen kletsen met iedereen. We eten buiten en bij de avondmaaltijd staat een karafje heerlijke rode wijn. Mijn rode wangen van het buiten zijn  worden hierdoor nog roder, nog roder als mijn handen en tong van de bramen…

3 gedachtes over “Bramen…

  1. Lieve Vronie, de “wurmpjes” zitten in de frambozen en bramen onder een meter hoogte vanaf de grond, niet eten kunnen vossen tegen gepiest hebben, advies van je in Frankrijk wonende zus.
    Veel plezier, wat geniet ik van je verhalen. Liefs Piet, Annie en Petra.

  2. Lieve Vroni
    Wat een spannende dagen. En zo genieten van de natuur. Maar het lukt je alle dagen om toch weer te slapen. Ik geniet volop van je mooie verslagen. Jij doet het. Heel veel geluk.

Geef een reactie