14 augustus 2023. Het is nog donker om half zes dus ik wachcDt tot zes uur. Vandaag dus de lange dag, ruim 28 kilometer. Het is buiten nauwelijks licht als ik het hotel verlaat. Ik heb inderdaad niets meer gezien of gehoord, was ik toch de enige gast?
De warmte in Italië is op dit moment behoorlijk, ik moet er mijn weg in vinden dus dat betekent vroeg weg. In de middag loopt de temperatuur op tot dik dertig graden en dan wil je echt wel van de weg zijn.
Het is wat mistig bij de grond en in delagere gebieden. Als ik de zon op zie opkomen is dat een mooi moment, ik sta even stil en maak er een foto van. Daarna keer ik me weer naar de weg. De eerste twaalf kilometer loop ik in één keer, ze gaan vlot en het helpt dat het nog niet zo warm is. Bij een cafeetje hou ik een flinke pauze, ik doe mijn schoenen uit. Ik bestel koffie en ook meteen mijn eerste cola. Ik heb mijn stoel tegen de muur gezet, ik wil geen streepje zon voelen. Vanaf mijn stoel kijk ik naar de overkant. Bij deze hitte hebben de mensen ook nog een gordijn voor hun deur om de warmte zoveel mogelijk buiten te houden. Ik zie het gordijn aan de overkant opzij gaan. Een vrouw steekt haar arm naar buiten en klopt een stofdoek uit waarna het gordijn weer dichtvalt. Ik kijk naar deze eenvoudige handeling het geeft me kort een beeld van het leven van die vrouw. Ik zie in gedachte voor me hoe ze tevreden rond zal kijken en zien dat het huis weer stofvrij is.
Een paar kilometer verder stuit ik op een markt. ‘Wow’, roep ik en sla meteen af naar het plein. Bij de groenteboer koop een pond kersen en een perzik. Ik ga in de schaduw op de grond zitten en eet de kersen meteen op. Met mijn mond vol met fruit zie ik dat ik er een vrouw komt met negen lege flessen, ze komt ze vullen. Ik zie nu pas dat ik naast een watertappunt zit. Tegen weinig geld kan je hier water en water met bubbels kopen. Dat laatste smaakt heerlijk. Ik pak mijn fles, drink die leeg en ga ermee naar de tap. Ik kijk waar ik het geld in kan doen. Meteen komt de groenteboer aangelopen en zegt dat het alleen met een kaart kan. Hij steekt zijn kaart erin en laat mij mijn fles vullen, hij schud met zijn hoofd als ik geld wil geven.
Twee straten verder loop ik naast een vrouw met een rollator, ze begint een gesprek. Snel pak ik Google Translate, verbaasd luistert ze naar de vertaalde woorden. Dan lacht ze en zegt: ‘Salute voor papa, de groeten aan de paus.’ Dat beloof ik.
Weer even later houdt een man me aan en vraagt of ik met de boot ga. Op dezelfde manier kan ik nu zeggen dat de waterstanden te laag zijn, geen boot voor mij morgen.
Als ik bij Orio Litta kom is het bijna drie uur, een mooie tijd om te stoppen. Ik moet alleen nog afdalen naar mij slaapverblijf. In dit stadje zijn winkels en het wordt hoog tijd om mijn voorraad aan te vullen. Ik zie wat vrouwen zitten en stap op ze af. Ze verstaan me niet en wijzen naar een vrouw die uit het raam hangt. Ik vraag naar de winkel. Ze kijkt me donker aan en zegt: ‘Alles is gesloten en morgen ook.’ Ik kijk haar niet begrijpend aan, morgen alles dicht? ‘Feestdag,’ zegt ze. Daar heb ik niet gedacht, ik wist het eigenlijk ook niet deze feestdag in Italië. Ik ga nog een stapje verder, en zeg: ‘Dus ik heb tot woensdagochtend geen eten.’ ‘Nee’, zegt ze weer. Ze lijkt er wel plezier in te hebben. In ieder geval is ze niet van plan mij te helpen.
Ik keer om en loop verder, ik heb inderdaad nu een flink probleem. Ik heb geen eten voor vanavond en ook niet voor morgenavond. Ook geen ontbijt. In gedachte ga ik door mijn tas. Twee sinaasappels, twee bakjes yoghurt, zakje noten, babybelkaasje, pepermunten, mueslireep en een gesmolten chocoladereep. Hier moet ik het mee doen. Ik kijk naar de maisvelden, zal ik een kolf plukken? In sommige ostello’s blijft er wel eens macaroni of een andere pasta liggen. Daar zal ik nu mee gered zijn.
De honger slaat toe. Ik eet met kleine hapjes en kauw extra goed van een halve reep, de andere helft is voor een andere keer. Als lunch eet ik de sinaasappel en drink er veel water bij. Ik kan ook veel kopjes instant koffie maken, dat voedt ook flink.
Als ik uit de velden kom staat er dat ik een weg naar links moet nemen. Ik kijk niet goed en ga het verkeerde pad in. Pas na een kleine kilometer vermoed ik dat ik fout ga. Ik vloek, verspilde energie in deze hitte. Ik kijk op en zie op een kerk de woorden D.O.M staan. Ik grijns wat en denk aan de uitspraak van Máxima tijdens heer eerste officiële interview voor ze met Prins Willem Alexander trouwde. ‘Hij is een beetje dom.’ Ik ben nog erger.
De laatste vier kilometers gaan over een dijk. Er is totaal geen bescherming ik ben volledig overgeleverd aan de hete zon. Het witte grind van het pad weerkaatst de hitte. Het zweet tapt van mijn lijf en ondertussen pieker ik over het eten. Ik voel me ellendig.
qNa vier zware kilometers ga ik onder de grote poort door van Cortes Saint Andrea. Alles ziet er uitgestorven uit, waar ben ik in hemelsnaam beland. Ik zak op een bank neer voor kerk er is geen ostello te zien. Als ik maar niet verkeerd gelopen ben is mijn volgende de gedachte, dat overleef ik echt niet. Met Google maps ontdek ik dat de ostello aan de overkant van de straat is
Ik luid de bel en wacht netjes. Een vriendelijke man opent de deur wijd. ‘Veronica’, zegt hij, welkom.’ Hij roept zijn vrouw erbij want zij spreekt goed Engels. Hij tilt de rugzak van mijn rug en gaat me voor. Ik voel me zo welkom. Ik vertel over mijn voedselprobleem. Christina opent wijd haar armen en zegt: ‘Alles in huis is ook van jou.’ Ze laat me de goed gevulde koelkast en kasten zien. Ik voel hoe de tranen in mijn keel komen. Ik vertel over de vrouw hoe ze, als de boze heks uit een sprookje, uit het raam hing en die duistere boodschappen verkondigde. Christine luistert en herhaalt nog één keer: Alles in dit huis is ook van jou. Met deze woorden heeft ze in één keer mijn probleem opgelost…
Na het werken even kijken en ja hoor weer een leuke belevenis te lezen🥰
Gelukkig, de meeste mensen deugen. 💋 Succes morgen xx
Je bent echt al een heel eind op weg Vronie, dank voor de mooie Italiaanse verhalen, In de verre verte ligt Rome