Enzo…

25 juli 2023. Na een onrustige nacht word ik wakker rond zes uur.  Vannacht ging er een waar noodweer over mijn tent. Ik hield mijn handen voor mijn oren  en voelde me veilig.

Mijn eerste zorg bij het wakker worden zijn mijn zooltjes en mijn schoenen. Ik had nooit gedacht dat ik nog eens zo intiem zou worden met een stel schoenzooltjes maar onze nacht samen heeft goede vruchten afgeworpen: ze zijn droog. Ook mijn shirtjes en mijn ondergoed hebben goed werk verricht, de binnenkanten van mijn schoenen zijn ook droog.

Maar waar ik niet blij mee ben, is dat plasje water in mijn tent bij het voeteneinde. Als ik voel aan het uiteinde van mijn slaapzak merk ik dat die drijfnat is. Hoe kan dat? Ik snap er niets van de kuip van de tent is waterdicht, het bewijs is het plasje water erin. Als ik nog eens beter kijk zie ik dat de tent aan die kant niet goed staat. Maar is er iets anders waar ik opeens aan moet denken. Het is eigenlijk mijn eigen schuld, ik heb gisteravond vergeten zout te strooien op alle hoeken van de tent.

Op wat spatten na is het buiten nu droog. Zittend op mijn luchtbed eet ik twee broodjes met chocola als ontbijt. Ik hou het verder simpel en verschoon alleen mijn ondergoed. Met mijn handdoek veeg ik daarna het water op. Stap voor stap vul ik mijn rugzak, ik doe de kleine waterfles op zijn plaats in het zijvak. De natte slaapzak prop ik in het onderste vak, opvouwen heeft geen zin. Vanavond slaap ik in een jeugdherberg en daar wil ik alles drogen. Als ik mijn rugzak optil loopt er water uit het bovenvak. Paniekerig kijk ik onder de rugzak, hij ligt in een plas water. Het was toch droog daar? Meteen zie ik de boosdoener, de waterfles in het zijvak is leeggelopen. Met een grauwe snauw smijt ik de boosdoener uit de tent.

Zo snel mogelijk haal ik alle spullen uit het bovenvak en hoop de schade te beperken. Ik zie nu dat er óók  water ligt op de bovenrand van het hoofdvak. Mijn handdoek raakt verzadigd. Voor de tent wring ik hem uit en zo probeer ik alles zoveel mogelijk te drogen. Ik gooi alle spullen bij elkaar in het hoofdvak. De chaos is compleet.

Ik vouw de tent drijfnat op en stop hem erbij. Ik weet maar één antwoord op deze ellende: snel gaan lopen en in de jeugdherberg de schade herstellen. Gelukkig zijn het maar zestien kilometers, ik kan er in de voormiddag zijn. Meteen krijg ik visioenen van een echt bed waarop ik gestrekt lig en heerlijk slaap. Dit visioen houdt me in beweging.

Het is even zoeken naar de juiste richting. Ik ontdek dat ik terug loop in plaats van verder. Gelukkig en lang leve GPS ontdek ik het al na een paar honderd meter.

Het eerste uur blijft het droog. De weg gaat gestaag omhoog, het gaat zwaar. Zou er zoveel vocht in de tent en de rugzak zitten dat mijn rugzak er als lood van wordt? Ik neem al snel een korte pauze en eet de perzik. Als ik omkijk zie ik dat ik ingehaald word door grijze luchten. Ik heb mijn les gister wel geleerd en begin met de beenkappen. Daarna leg ik de regencape over de rugzak klaar. Ik kan hem zo naar voren halen als het begint te regenen.

Al snel loop ik over een parkeerplaats naast de snelweg. Ik struikel bijna over de condooms, inlegkruisjes en andere smerige dingen. Vreselijk deze plaatsen, ik denk zomaar dat ze voor meer activiteiten gebruikt worden dan uitrusten.

Ik loop langs sparrenbossen, daaronder is het gewoon donker. De kaarsrechte bomen staan dicht op elkaar en groeien gezamenlijk naar het licht, hiermee halen ze het licht onder de bomen weg. Het is niet echt een bos wat uitnodigt om erin te gaan. Het is een bos dat hoort bij enge sprookjes.

Als er wat meer licht op de paden is zie ik weer struiken met vruchtjes. Bramen gaat het door me heen en negeer ze. Toch is even later mijn belangstelling weer gewekt, de kleur is wel erg licht voor bramen. Ik stop en steek mijn hand uit. ‘Het zijn frambozen’,  roep ik luid. Oh wat heerlijk. En weer ga ik van struik naar struik en weer inspecteer ik ze eerst op wormpjes voor ik ze in mijn mond steek. Mmm, met dichte ogen geniet ik ervan. Frambozen in een bos, ik heb het nog nooit meegemaakt, een zeer smakelijk sprookje.

Ik hou mijn pauzes kort, daarbij nodigt het weer niet uit om lekker te zitten. Zo ga ik door het prachtige landschap. Ondanks of misschien juist wel door het slechte weer zie ik de schoonheid extra. Lage witte bewolking zweeft door het dal beneden me. Boven me zie ik wolken met donkere randen. Door de lage bewolking verdwijnen bossen en komen weer terug. Ik geniet van dit wolkenspel wat geen minuut hetzelfde is. De onweer laat zich gelukkig niet meer horen.

Aan mijn voeten ligt een groot  uitgestrekt dal. Het lijkt of er her en der speelgoedhuisjes zijn neergezet. Paden doorkruisen de weiden. Ook al zie ik ze niet, milkakoeien verraden hun aanwezigheid door de klokkende bellen om hun nek.

Mijn voeten doen zeer, ze hebben een flinke opdonder gehad gister. Uren hebben ze in de natte schoenen opgesloten gezeten. Ik voel me daarbij ook niet echt energiek.Het ontbijtje was natuurlijk te kort, koffiezetten vond ik teveel werk. Een enkele slok water uit de fles was mijn  drinken. In de twee pauzes die ik hou probeer ik wel zoveel mogelijk te eten, maar de eetlust is matig.

Vlak voor ik bij Pontarlier ben, trekt de hemel zijn sluizen open. Een harde wind waait me daarbij bijna van de weg. Ik zoek beschutting onder een boom tegen een hek. Net als de schapen thuis draai ik de regenbui mijn rug toe en met gebogen schouders laat ik het over me heen komen. Even gaat het door me heen, zulke buien moeten niet te vaak komen anders is de lol er snel af.

Als ik het adres van de albergue invoer zie ik dat hij pas om 17.00 open gaat. Mijn droom om daar de hele middag lekker op een bed door te brengen vervliegt. De invulling van mijn relaxadag wordt iets anders. Het eerste cafeetje in de buitenwijken van Pontarlier wat ik zie, ga ik naar binnen. Ruige muziek en ruige mannen. Ik drink snel mijn koffie op en ga weer verder. Bij het tweede café even verder drink ik mijn tweede kopje. De sfeer is daar aanmerkelijk frisser. Ik voel hoe de cafeïne zijn werk doet en met rechte schouders en een verende tred loop ik nu de oude binnenstad in. Ik ga onder de prachtige poort door opzoek naar een plaats waar ik de rest van de middag kan blijven zitten. In café La Poste vind ik mijn plekje. Ik doe mijn schoenen uit en leg mijn voeten op de stoel tegenover me. Ik geniet van heerlijke crêpe’s en een potje thee. Ik pak mijn leesboek erbij, dit hou ik lang vol.

Naast me zitten twee jonge mannen, ze zijn aan het werk. Als de een even weg is buigt de jongen die naast me zit zich naar me toe. ‘Waar loop je naartoe’, vraagt hij. Ik vertel dat ik onderweg ben naar Rome. Hij vraagt hoeveel kilometers ik vandaag wil lopen, waarop ik antwoord dat ik hier wacht tot de Auberge open gaat. Als hij hoort dat ik voor morgen nog geen slaapplaats heb in Jougne, belt hij zijn vriend die daar woont. Voor ik het weet heb ik een briefje met een adres in mijn hand, mijn tent staat morgen in zijn tuin. Daarna buigt Enzo, want zo heet hij, zich weer over zijn werk. Ik knipper eens met mijn ogen en ben diep onder de indruk. Wat gebeurt er toch de laatste dagen? Ik kijk nog eens tersluiks opzij naar zijn sympathiek gezicht. Voor hij weggaat praten we nog even. Hij is zelf ook iemand die graag met de rugzak eropuit trekt. Hij weet als geen ander hoe belangrijk en hoe fijn het is als iemand meedenkt in oplossingen. 

Om kwart voor vijf doe ik mijn schoenen weer aan en verlaat het café. Ik pin geld bij de bank en vul mijn etensvoorraad aan voor twee dagen bij de supermarkt en loop naar de auberge. Ik word hartelijk ontvangen en krijg een brandschoon bed in een kamer voor vier. Je blijft alleen op de zaal zegt de vriendelijke gastvrouw. Ik kan mijn kleren en mijn slaapzak daar laten wassen en drogen. Mijn tent kan buiten drogen. Op mijn slaapzaal haal ik mijn rugzak helemaal leeg zodat die ook kan drogen. Daarna neem ik zelf een lange hete douche. Ik knip de nagels van mijn tenen extra kort want ik had het gevoel dat ze bij de steile afdalingen tegen de neus van mijn schoenen drukten.

Als herboren ga ik naar de gezellige gemeenschappelijke ruimte en koop daar een cola. Wat geniet ik van de rust, van mijn relaxte dag. Als ik Rocella en Mario ook zie binnenkomen volgt er nog een gezellig uurtje.
in mijn slaapkamer steek ik mijn neus in het gewassen en gedroogde wasgoed. Oh, wat is dit toch een feest…

 

 

2 gedachtes over “Enzo…

  1. Natte boel, maar gelukkig ted je je als geen ander. Weer geabonneerd en hoop je berichtjes te ontvangen! Loopse lekker.

Geef een reactie