3 juli 2023. Wat ik met deursloten heb, dat weet ik niet. Ik kreeg het draaislot van mijn tenthuisje aan de binnenkant niet goed dicht. Ik kon het jammer genoeg ook niet uitprobéeren. Ik draaide wat aan de knop en op hoop van zegen! Midden in de nacht werd ik wakker omdat iemand aan mijn deur zat. Er kwam niemand binnen, ik wachtte nog even en probeerde toen weer te slapen. De volgende morgen zag ik dat mijn onderbroek, die aan de deurklink hing, tussen de deur geklemd zat. De deur was dus vannacht open geweest. Meteen ontdek ik nu ook hoe de deur wél op slot de laatste had gemoeten. Ook voor een draaiknop moet de deurklink omhoog.
Vandaag voelt als een vrije dag, met 17km te lopen kan ik, als ik dat wil, al voor de middag bij mijn volgende verblijf zijn. Ik besluit om Péronne, een leuk stadje wat meer te bekijken. Er is een imposante Marie, waar ik meteen ook een “tampon” haal. Daarna ga ik naar de Sain-Jean-Baptist kerk. Daar is een prachtige grote fresco van het jaar 1601. Ook het orgel is van een flinke maat. De kerk is in beide wereldoorlogen flink beschadigd geweest en steeds weer gerestaureerd, hij wordt daarom de martelarenkerk genoemd.
Op het moment dat ik in de kerk ben rijden Ton en Vera er net voorbij. Na wat heen en weer gepraat besluiten we samen nog een kop koffie te drinken, nu als echt afscheid. In een cafeetje drinken we nog twee kopjes koffie en kletsen gezellig verder. Dit voelt veel beter, het afscheid gister was zo snel. Ik krijg nog een zak dropjes mee en wat zuurtjes en dan is het toch echt tijd om uit elkaar te gaan. Ik knuffel ze nog een keer stevig en draai me dan resoluut om.
Het gebied van de Somme is heel anders, groener vriendelijker, meer bosrijk, ik wandel vlot onder de bomen door. Ik app nog wat met Vera. Ze stuurt mij een liedje, als ik het aanzet moet ik vreselijk lachen. Met het liedje haalt ze een heel stuk jeugd van ons terug. Een liedje wat we zongen bij de kabouters en de gidsen. Maar dat niet, alleen ons moeder zong het ook, net zoals ze vaak zong van het karretje dat op de zandweg reed. Het heeft een lekker marsritme en ik zing het luidkeels mee. Ik besluit ter plekke dat ik er elke dag mee ga beginnen. Luid zingend loop ik verder, de muziek verlicht het afscheid en maakt me vrolijk. Ik heb er eerder niet aan gedacht om muziek te luisteren tijdens het lopen.
https://open.spotify.com/track/5IqAAp2C2yjJ2w3LoOW0tR?si=vjuhWaPTSKqfkps-2m5QHQ
In Cartigny passeer ik huizen met hoge hekken en met hoge ommuurde tuinen. Duidelijk een betere buurt. Mijn lunchpauze houd ik op een stoeprandje bij een schooltje. Terwijl ik daar zit gaat de school net open. Kinderen kijken met grote ogen naar dat rare mens wat daar zit te eten en onderwijl een gesprek voert in het Nederlands met iemand aan de telefoon. Aan de juf vraag ik of het goed is dat ik daar even zit, ze knikt bevestigend en ik geniet van al die grote verwonderde ogen.
In korte etappes ga ik door de velden, de zon schijnt, het is warm en het tekort aan slaap breekt me op. Ik ben niet vooruit te branden, ik zie steeds redenen om te stoppen. Soms vallen mijn ogen dicht tijdens een pauze, het is ook zo stil. Het enige wat ik hoor zijn de insecten die om mijn hoofd zoemen.
Nu ben ik van nature een lui mens. Als ik zie dat ik de route iets kan inkorten, maak ik daar meteen gebruik van. Ik volg nauwkeurig het rode balletje op mijn scherm, tenminste dat denk ik. Hoe het is gebeurd, dat snap ik nog niet. Maar het pad is door de landeigenaars opgenomen in de velden, het verdwijnt zelfs helemaal. Het balletje op een mijn scherm is ook in de war, hoe kom ik hier weer uit. Ik werk mezelf door bossages, duw takken opzij maar het balletje blijft een eigen leven lijden. Tenslotte werk ik me dwars door een suikerbietenakker. Het ontkomt er niet aan dat mijn voeten heel wat suikerbieten plattrappen. Als ik omkijk zie ik dat ik een sport van vernielde bladeren achterlaat. Aan de andere kant van de akker keert het balletje weer netjes terug op zijn rode lijn, ik ben weer op de route. Aan mijn rugzak hangen takken en bladeren, die ik meegenomen heb uit de bossages.
Kort daarna kom ik bij mijn pelgrimsverblijf, ik heb daar een kamer alleen. Na een douche ben ik als herboren en voel nog genoeg energie om de pelgrimswas te doen. Maar ik ben niet alleen in het huis. Op de anderen kamers zijn nog drie Italiaanse mannen, een meisje uit Spanje en twee meisjes uit de UK.
We koken en eten samen. Na afloop gaat er een lichtje rond, als het lichtje bij je staat bij mag je iets vertellen over je camino, iets bijzonders. In eerste instantie kijk ik wat afwachtend rond ik zou niet weten wat ik moet zeggen. Maar als het lichtje voor mij staat vertel ik opeens spontaan over het bezoek van mijn zusje en hoeveel energie het me heeft gegeven. Met het lichtje gaat ook de fles wijn rond, genietend drink ik ervan en kijk tevreden rond naar al die gezichten van deze familie, mijn pelgrimsfamilie.
Hé vronie, nou ik ben weer helemaal bij met lezen. Spreek je natuurlijk nooit. Succes met lopen vandaag. Het is bijna 8:00 uur. Fijne dag ik ga werken vandaag. Xxxx
Iedere dag weer een feestje om je verhaal te lezen. Veel wandelplezier!!! -x-
Ik bewonder je uithoudings vermogen en zin om het niet op te geven..Hoe red je dat allemaal in het Frans ? succes,
Jac