27 juni 2023. Ik ontwaak met een duf hoofd in de luxe slaapkamer. Ook al had ik het dakraam open getrokken er was toch niet genoeg frisse lucht. Blijkbaar kan een boxspringbed vol kussens en met prachtig beddengoed hier niet tegenop.
Om negen uur trek ik de deur achter me dicht en ga het stadje Liques in, een heerlijk Frans stadje tegen een heuvel gebouwd. In het postkantoor stuur ik mijn pakketje naar huis, ik zend het nog een handkusje toe en een ‘bon voyage’. Ook de boulangerie is open, ik kan mijn geluk niet op. Met een croissant met chocola in mijn rugzak ga ik verder. De pharmacie is mijn volgende doel: compeedpleisters. De blaar rechts onder het eelt blijft het lopen vergallen, ik plak er twee stukken compeed op en hoop hiermee de druk wat te verminderen. Ik prijs mezelf gelukkig dat dit stadje aan al mijn wensen kan voldoen. Ik voel me opeens zo bevoorrecht dat er tranen van in mijn ogen komen.
Er staan heel wat kilometers voor vandaag op het schema. Wisques is het doel, maar daarna wacht mij een echte beloning. Ik slaap bij de zusters in de Abbaye Notre-Dam. Geen duf hoofd kan het komende plezier vergallen.
De paadjes gaan over in bos en door de uitgestrekte velden. Ik zie daar niemand daarom pas ik mijn route deels aan. Ik geniet van de gehuchtjes, de Franse boerderijen. Ik gluur binnen onder hoge poorten door, zie megagrote combines en andere landbouwvoertuigen staan in de schuren. En het mooiste is dat ik af en toe mijn eigen stem kan horen als ik keer op keer ‘Bonjour’, kan zeggen. Als ik toch verkeerd loop en juist heuvelopwaarts heeft zelfs dat voor mij een voordeel. Bij het teruglopen kom ik mijn hoed tegen, ongezien gestrooid. Wat een geluk.
Het is hier ook het gebied van de beekjes, ik denk even aan het advies van Astrid om mijn geplaagde voeten daarin te steken. Helaas gaan de beekjes diep onder mij door.
In Tournehem-sur la-hem stap ik het plaatselijke cafeetje binnen. Ik bestel ijskoude cola en een grote koffie met veel melk en suiker. Madame Nicole, kijkt me gretig aan en vraagt of ik naar Rome loop. ‘Wil je een stempel?’, vraagt ze daarna. Enthousiast klim ik van mijn barkruk en pak mijn credential. Dagen zie ik geen kans een stempel te bemachtigen en nu opeens twee op één dag. Want ook het gemeentehuis was hier open. Wat een gelukjes. Als tegenprestatie schrijf ik iets in haar schrift, waarin ze alles bewaard van pelgrims die langs zijn gekomen. Vroeger, thuis, schreven wij weleens alle automerken of de nummerborden op van auto’s die langs kwamen. Hier moet ik aan denken als ik in haar schrift schrijf. Samen gaan we nog op de foto en dat is mijn souvenir. Met een warm hart ga ik weer verder.
In een ander dorpje zie ik een kerkje uit 1718, het onderhoud lijkt ook wel van hetzelfde jaar maar het doet niet af aan de schoonheid. Ik open het hek en kom bij de begraafplaats uit. Meteen links zie ik een kraan, ik denk aan het advies van Astrid. Met mijn rugzak als ruggesteun doe ik mijn sokken en schoenen uit. Hoe gelukkig kan een pelgrim zijn, een voor een houdt ik mijn gezwollen voeten onder het koude stromende water. Onderwijl eet ik een yoghertje en mijn appel.
Mijn ogen glijden over de zerken, de ‘eeuwige rust’ is bijna tastbaar. Ik zit dicht naast de restanten van een oud graf, met zorg zijn de resterende stukken gegroepeerd. Ik kijk steeds naar het oude houten kruisbeeld, hoe lang ligt het al zo? Mijn gedachten vliegen naar de kerkhoven bij ons. Keurig onderhouden, netter als hier, zeker, maar toch… Het woord eeuwige rust voelt daar voor mij anders. Graven worden met regelmaat geruimd. Terecht, de rechten zijn dan verlopen. Weer gaan mijn gedachte naar het jaar dat het graf van mijn vader door een misverstand vervroegd was geruimd. De eeuwige rust werd hiermee flink verstoord. De natuurbegraafplaatsen spreken me om die reden erg aan. Ondanks als die mijmeringen en herinneringen die het oproept voel ik me weer zo gelukkig.
En zo ga ik door de dag. Elke pauze is een feest, ik ben dankbaar voor de wind die door mijn haren waait en die de velden in beweging zet. Als ik met grote slokken van mijn water drink gaan mijn ogen over die heerlijke blauwe lucht met de witte wolken. Wat zeur ik nog over pijnlijke voeten, de dag bestaat toch alleen maar uit prachtige geluksmomentjes.
Na een lange dag ga ik door de poorten van de prachtige Abbaye Notre Dame. Ik word verwelkomt door een lieve zuster in zwart habijt, ze komt met water en biedt mij een zitplaats aan.
Samen met andere gasten en met andere pelgrims zitten we even later aan een lange tafel, ik geniet met volle teugen van de verhalen en het plezier wat we samen hebben en natuurlijk het heerlijke voedsel. Voldaan ga ik daarna de wenteltrap op waar een douche op me wacht. Geluk!
Genieten van kleine dingen ❤️
Wat heerlijk zo een fijne dag
Mooi verhaal, Vronie, geniet ook vandaag van je wandeltocht. Het ga je goed. Piet Korse
Ik geniet van je mooi geschreven verhalen????lieve groet Hans
De vraagtekens kloppen niet Vronie,had????dit moeten zijn
Lieve Vronie,
Wat een zware tocht heel veel succes en plezier ????
Plezier!!!
Wat weer een mooie verhaal Vronie het is echt genieten
Hoi Vronie, het is een feest om je verhalen te lezen. Veel geluk . Groetjes Lia
Mooie reis Vronie, sterkte met je voeten
Wat fijn dat je weer zo’n fijn overnachtingsadres had.
Wat leuk om je verhalen weer te lezen, succes!
Fijn om weer te mogen genieten van jou verhalen!
Lieve Vronie, wat ontzettend fijn om in gedachten mee te lopen met je avontuurlijke mooie reis!!
Veel geluk
Vronie, wat leuk om nu jou te kunnen volgen op deze mooie wandelingen! Heel veel succes, geluk en vooral heel veel plezier!