14 juli 2023. Gisteravond kwam er nog laat een pelgrim bij uit Parijs. Al heel vroeg hoorde ik gestommel, ik heb hem niet meer gezien. Er waren nog meer geluiden. Gisteravond! Als een voorproefje op de veertiende werd er in de straat beneden mij prachtig vuurwerk afgestoken.Om zeven uur sta ik buiten, er staat een pittige dag van 31 kilometer in het boekje. Ik wil niet weer zo laat arriveren en ga daarom extra vroeg uit bed. Daarbij beloofd de temperatuur ook op te lopen.
Met de aanwijzingen van Ben in mijn hand sluit ik de deur achter me. Ga in Zuid-Oostelijke richting zijn de eerste woorden. Ik knijp mijn ogen dicht om de waas weg te houden. ‘Goed nadenken Vronie’, zeg ik tegen mezelf. Ik lees verder in de hoop houvast te vinden in een straatnaam. De naam die genoemd wordt type ik in Google Maps. Het blijft lastig, bij een examen zweet ik minder. Ik stampvoet, boos om de verloren tijd. Uiteindelijk weet ik op de route te komen, blij loop ik een stapje sneller. Tot ik voor een hoog hek sta die alleen met een code te openen is. Blijkbaar neergezet om sluipverkeer te weren. Hoor ik ook al bij sluipverkeer? Wanhopig hou ik me vast aan de spijlen, mijn pad ligt erachter! ‘Verdomme, wat een gedoe’, roep ik luid. Erover klimmen? Meteen zie ik de camera’s. Ik zet Organic Maps aan voor een alternatieve route. Zo snel als het gaat met een rugzak loop ik de omweg. Een omweg wordt het, ik ga meteen een heuvel op en die is niet voor de poes. Zwetend loop ik omhoog, ondertussen de route in de gaten houdend. Bekaf kom ik boven aan, op het plateau kuiert een man heel ontspannen met een klein hondje. Waar komt die vandaan? Op maps zie ik dat er een pad rechtstreeks naar mijn originele route gaat. Even aarzel ik Organic Maps zet me vaak voor verrassingen en meestal geen leuke. Elk pad wat hij laat zien klopt, je komt altijd uit op de plaats waar je had gewild. Maar Organic Maps controleert de paden natuurlijk nooit. En dat zorgde al eens voor onplezierige obstakels, zoals gister. Ik kijk nog even naar het paadje op mijn telefoon wat mij naar de route originele brengt. Vervolgens kijk ik naar het bos, ik zie een prachtig breed pad.
Snel ga ik onderweg. Het loopt prima en ik geef mezelf een schouderklopje. Tot ik een zijpad in moet. Die is niet zo breed, die is bijna niet meer zichtbaar door alle takken, alle bomen die erover zijn gevallen. Ik zúcht eens diep en hoop bij elke stap dat het beter zal worden. Niet beter, het wordt alleen maar slechter. Ondanksmijn stokken kan ik me ternauwernood staande houden, zonder die stokken was ik reddeloos geweest. Als mijn schoen toch achter een wortel belandt, val ik languit. Razend ben ik. Ik uit woorden die de kleinkinderen niet mogen zeggen. Ze moeten de woorden Kat Uit Tuin gebruiken als vervanging. Ik veeg de troep van me af en ik ga weer verder. Als ik echt helemaal vast zit, kijk ik eerst naar de route. Ik zie dat ik niet ver van een wijngaard ben, ik besluit af te dalen door het bos. Stapje voor stapje schuiven ik naar beneden. Eindelijk sta ik weer op een pad, het zweet loopt van mijn gezicht. Het is tien uur als ik eindelijk op de originele route ben.
Voor ik verder ga bel ik eerst met de VVV voor een adres voor vanavond. Het meisje doet haar best en geeft mij het telefoonnummer van het VVV in Châteauvillain. De jongen daar praat zo snel ondanks mijn verzoek rustig te spreken, dat ik de verbinding verbreek. Ik vraag het meisje om haar collega te bellen omdat ik het niet kan verstaan. Tien minuten later belt ze terug. De pelgrimsherberg is gesloten! Ze geeft nog wat telefoonnummers van chambre d’hotes, ze doet zo haar best. Het woordje “complet” valt keer op keer. Verslagen zit ik op het muurtje, ik voel hoe de tranen komen.
Wat nu. Weer in mijn tent? Ik wil dat liever niet, ik wil gewoon een bed. Het is warm, het is benauwd, alles gaat fout, ik wil gewoon een bed… Ik kijk ok mijn horloge, de tijd heeft ondertussen niet stilgestaan. Ik zal zeker niet voor zeven uur arriveren in Châteuavillain, waarschijnlijk nog later.
Ik laat de ellende eens goed door me heen gaan en raap dan de mogelijkheden bij elkaar. Ik besluit toch naar het stadje te lopen en dan daar een plekje te zoeken voor mijn tent. Ik moet zorgen dat ik een goede maaltijd vind, ik moet zuinig zijn met mijn batterij en mijn waterflessen moeten goed gevuld blijven.
Als er dan toch niemand op me wacht, hoef ik me ook niet te haasten. Stap voor stap ga ik nu verder. Als ik om 13.00 uit het bos kom, kom ik uit bij een hele oude Abbey, die bezichtigd kan worden. Ik ga daar naar binnen, niet om te bezichtigen maar voor een blik cola en om mijn telefoon op te laden. Als ik het introductiefilmpje drie keer heb gezien, haal ik mijn telefoon uit het stopcontact en ga weer naar buiten. De hitte slaat op me neer.
Niet veel verder zie ik een restaurant. De bediening is zo lief, ik krijg steeds zo n lief glimlachje, mijn keel wordt dik. Als ik om me heen kijk zie ik mijn rugzak even verder óók staan. Het is zo’n gek gezicht, natuurlijk is het niet mijn rugzak, maar van iemand anders die heel toevallig dezelfde heeft gekocht. De vrouw had het ook gezien en komt naar me toe met de uitnodigingen bij ze te komen zitten. Hij een Duitse, zij een Franse lopen van Metz naar Vezelay. Ze vertellen hoe moeilijk het is om slaapplaats te vinden en de bijna volledige afwezigheid van winkels. Ik kijk ze aan en vraag hoe ze dat dan oplossen. De man grijnst wat, kijkt even van me weg en zegt: ‘We kamperen dan.’ Ik moet je lachen en weet genoeg. We wisselen elkaars meest malle, wilde kampeerplaatsen uit. Ik voel de energie weer binnenstromen, ik voel me zo blij. Zij lopen tegen dezelfde problemen aan en lossen het op dezelfde manier op als ik. Ik heb weer vrede met de situatie.
Met een knuffel nemen we afscheid van elkaar en ik ga met een gevulde maag en met een goed gevulde positieve energie weer verder. Ik heb nog achttien kilometer te gaan en het is drie uur.
In een dorpje niet veel verder vieren ze 14 juli in de schaduw. Een clown vermaakt de kinderen. Ik koop een blikje cola en ga er bij zitten. Ik geniet van de clown, ik geniet van de wijze waarop hij zijn goocheltruc doet. Er staat ook een meterslange houten golfbaan met grote houten ballen. Mogelijk wordt er slechts één keer per jaar hier de stof af geblazen voor gebruik.
Blij loop ik weer een paar kilometer verder tot ik besluit dat het mooie is geweest. Ik verstop mijn tent achter een boom aan de rand van een omgeploegde akker. Om elf uur schiet ik overeind. Ik hoor schoten. Jagers, gaat het door me heen. Straks schieten ze door mijn tent, ik ga uit voorzorg plat op de grond liggen. De enkele schoten gaan over in knallen, in complete vuurwerkbommen. Even later wordt mijn tent opgelicht door de prachtige kleuren van het siervuurwerk. Ik weet dat het niet kan maar angstvallig kijk ik of er door het vuur geen gaten in mijn tent komen
Vandaag is het 14 juli. Dat klinkt toch eigenlijk heel gewoon?
Nee, vandaag is het “Katorze Juliët”, fonetisch dat klinkt heel anders, bijna dreigend! Katorze Juliët, een nationale vrije dag, staat voor, gesloten winkels, voor overvolle slaapplaatsen, voor gesloten pelgrimsverblijven en voor heel veel vuurwerk…
Weer een prachtig en stoer verhaal!!!
Respect xxx
Wat n prachtig verhaal weer Vronie. Ik loop in g2dachte met je mee. En nogmaals respect wat he allemaal diet want JE DOET T
Dikke knuffel Elize