Kuiten en knieën…

1 augustus 2023. Na een onrustige nacht stap ik uit bed. Ik ben er een aantal keren uit geweest. In het donker begaf ik me tussen de stapelbedden door en hoopte maar dat ik niemand wakker maakte. Ik had het warm en ik voelde een lichte hoofdpijn opkomen.

Als het ochtend is neem ik een brufen in en hoop dat ik me weer snel fit zal voelen. Het is een van mijn zorgen tijdens deze tocht, ziek worden. Natuurlijk heb ik daar voorover nagedacht. Ook wat ik zal doen als er thuis iets serieus mis is. Daar ligt dan voor mij de grens met het zolang van huis gaan.

Net als gisteravond is het ook tijdens het ontbijt warm in de eetzaal, weer zit ik in mijn hemdje, ben ik de enige die daar last van heeft? De koffie smaakt niet lekker, gelukkig kan ik chocolademelk maken.

We nemen afscheid van de Zweedse dames, zij blijven nog een dag langer boven.  We wisselen adressen uit en geven elkaar een laatste knuffel.

We lopen buiten naar het museum én naar de hondenkennel om de enige echte Sint Bernardhonden  te zien. Bij de deur zien we dat we tot 10.00 uur moeten wachten, dat hebben we er niet voor over.

Er wacht ons een veel belangrijker punt om heen te gaan: de Italiaanse grens! Om het officieel te maken gaan we hiervoor even  van het pad af. Ik wil graag de foto bij de Italiaanse vlag die de grensovergang markeert. Voor mij is dit echt  een hoogtepunt. Dit is mijn vierde land. Engeland, Frankrijk, Zwitserland en nu Italië. Italië het land van Rome en van mijn eindpunt. Het klinkt al heel ver maar ik ben nog maar nauwelijks op de helft.

Als het moment is vastgelegd gaan we onderweg en zetten we onze eerste stappen in de afdaling. Ik heb geen idee wat ik kan verwachten. Naar beneden gaan klinkt makkelijk maar ik weet dat het zwaar is voor mijn benen. Al snel komen we wéér de gidsen Giovanni en Mauro tegen. Ze controleren nu het stuk wat wij gister hebben gelopen en ze vragen aan ons om het pad tot Echevennoz te beoordelen. Met name of er obstakels zijn voor fietsers. We beloven ‘s avonds onze bevindingen door te geven.  Mauro geeft ons zijn kaartje en zegt speciaal tegen mij:’ Bel me als er problemen zijn, maakt niet uit waar je bent in Italië.’ Ik stop het kaartje zorgvuldig bij mijn telefoon, het geeft me een veilig gevoel.

Het is koud hierboven slechts 10 graden. Ik heb twee shirtjes en mijn fleecevest aan, dat is lang terug. De eerste kilometers zijn behoorlijk stijl, het tempo ligt ook laag. Zorgvuldig zetten we onze voeten neer op de rotsen. Onze kuiten staan strak en de tenen hebben het zwaar. Ik realiseer me dat één misstap hier het einde van mijn wandeling kan zijn. Maar net als gister naar boven is de omgeving zo fascinerend mooi. we lopen weer door bloemenzeeën heen.  Als er wat regenspatten vallen doen we uit voorzorg de hoes over onze rugzak. Ik kijk eens naar boven, dikke grijze luchten achter ons. Voor ons, in Italië, lijkt het beter we gaan richting de zon.

Geduldig wachten we bij een oversteekplaats voor een grote groep koeien.  Twee honden helpen de mannen om de koeien de juiste richting uit te laten gaan. We vragen ons af of dit nu de buffels van de buffelmozerella zijn. Kort daarna houden we onze eerste pauze tegen een grote steen. Ik voel dat ik wat moet eten om energie te houden, de twee broodjes boven in het hospice waren niet genoeg om veel uren mee af te dalen.

Na een kwartiertje staan we weer op, ik voel hoe ik langzaam weer fitter word. Na een paar uur wordt het karakter van de bergen vriendelijker, rotsen worden meer paden maar de daling gaat onveranderd stug door. We ontmoeten meer mensen, er wordt in dit gebied hier veel gewandeld en gefietst.

Rond half twee houden we onze middagpauze, ik begin mijn kuiten te voelen. Zo laag bij de grond zie ik veel van een ander leven. Terwijl ik hap van mijn brood met twix zie ik hoe de mieren druk bezig zijn. Tussen en onder miniklaverblaadjes rennen ze wat af. Ze sjouwen grote brokken kruimels op hun rug mee. In gedachten loop ik even met ze mee, hoe zou het zijn om mier te zijn? Hoe zou het zijn om te leven in een holletje? Thuis bestrijden we de mieren, en zeker in huis,  als ongedierte en als ze me prikken heb ik rode jeukbulten en verfoei ik ze. Ik kijk nog eens naar die lijfjes die lijken te bestaan uit drie ronde bolletjes met daaraan zes pootjes zo dik als een draadje. Hetzelfde leven waar ik  straks weer ruw mijn schoenen opzet.

Terwijl mijn ogen weer over de prachtige  omgeving gaan, sta ik op. Mijn kuiten moeten even opwarmen. Met een glimlach vraag ik me af hoe stram ik vanavond zal zijn. Het laatste stuk gaan we van dorp naar dorp, via Saint Rhemy en bosses, Saint Leonard  en Saint Oyen richting Etroubles. In Echevennoz logt het einde voor deze dag, we zijn in één keer, gedurende 15 kilometer afgedaald naar ruim 1200 meter.

We worden hartelijk ontvangen door een mollige vrouw met lachende bruine ogen. Waarna we door een jonge man naar de overkant van de straat worden gebracht. We moeten drie trappen omhoog. Oei, arme kuiten maar daarna kan ik ze ontspannen strekken op een bed. Even later kijk ik uit het raam,  we zijn nog steeds omringd door bergen. Kort vraag ik af hoe de komende dagen eruit zullen zien, wat gaat Italië me brengen,  de komende weken zijn nog leeg. Terwijl ik met mijn ogen maar de sneeuwresten op de bergen zoek denk ik terug aan de dag dat ik begon in Canterbury. Nog verder denk terug naar het moment dat ik in de auto stapte en geen idee had van de herinneringen die ik nu al heb. Wat ligt er veel tussen . Weer zie ik mijn tentje staan in dat natuurgebied. Een moment van wanhoop omdat er geen slaapplaats was. Mijn tent in een tuin en mijn tent aan de rand van een akker. Diezelfde tent is nu onderweg naar huis, zal hij er al zijn?  Hoe komt het dat ik zo stil vanbinnen ben? Komt het omdat ik weet dat het voor Iris morgen alweer de laatste dag is?

Ik duw alle muizenissen uit mijn hoofd en keer terug naar het nu. Ik neem een lange douche en was mijn kleren in de wasbak. Met de vuiligheid spoel ik het komende gevoel van afscheid snel door de afvoer. Daarna lopen we weer naar de overkant, er wordt vandaag voor ons gekookt. Echte lekkere dikke groentesoep! Daarna komt er worst en een spies met varkensvlees. Ik zet mijn vork in de worst en verman me, het is lang terug dat ik op deze manier vlees gegeten hebt. Ik denk aan de eiwitten die goed zijn voor de spieren van mijn kuiten en knieën en slik het braaf door. We ontmoeten hier ook het Duitse echtpaar weer. Hij gaat, net als Iris, tot Aosta en zij gaat ook alleen verder, alleen niet tot Rome.

Terug in de slaapkamer, valt mijn maatje al snel in slaap. Ik ben nog klaarwakker en blij dat mijn conditie weer helemaal de oude is.  Om Iris niet te storen doe ik mijn oortjes in en luister nog naar muziek, ik zit zo genoeglijk in mijn bed. Als de slaap zich bij mij aandient kruip ik ook diep tussen de fris gestreken lakens…

 

Een gedachte over “Kuiten en knieën…

Geef een reactie