Lago di Bolsena…

8 september 2023.  Het vroege blijft eraf, we worden elke ochtend ietsje later wakker.  Meestal ben ik de hekkensluiter. Nikki en Sophia zijn de snelsten,  Kim heeft ook nooit geen haast. Fabian heeft een constant regelmatig tempo. Hij gaat altijd als eerste weg maar haalt me later steeds in.  In het begin begreep ik het niet waar hij opeens vandaan kwam. Maar Fabian zoekt altijd eerst een cafeetje want als een echte Fransman kan hij ‘ s morgens  niet zonder koffie en een croissant, als het echt niet anders kan eet hij wat “koekjes”.  Sophia eet een energiereep met een fruitdrankje zittend op de bedrand.  Nikki is ook geen grote eter maar drinkt wel graag iets van thee of koffie bij haar brood. Kim eet het liefst bij opstaan een flink stuk vlees, met verbazing zag ik hem als ontbijt twee grote schnitzels wegwerken.  Ik heb de voorkeur voor yoghurt gehouden, het liefst een halve liter.  We zijn een verbazingwekkend internationaal groepje. Een Italiaan, een Fransman, een Deen, een Amerikaanse en ik als Hollandse.

Ik blijf het lastig vinden om in de wirwar van straatjes en poortjes de VF (Via Francigena) borden te vinden. Het mannetje wat buiten zit te roken heeft me wel drie keer voorbij zien gaan. Het is heerlijk buiten, zelfs al een klein beetje koud. Ik trek er geen extra kleren voor aan want ik weet dat met het zonlicht de temperatuur omhoog schiet. Kim loopt een tijdje met me op. Eindelijk kom ik erachter wat hem zo kort van stof maakte. Zijn huid speelt hem parten. Onze grote rozige reus is bijna allergisch voor zonlicht. Nu begrijp ik zijn legging en zijn shirt met lange mouwen. Het ergste was dat hij zijn sunblock was verloren. Ik had al gezien dat zijn lippen flink gezwollen waren. ‘Ze zijn volledig verbrand’, zegt hij, ‘ook de binnenkant. Mijn huid verdraagt de zon niet. Als het mooi weer is, zit ik binnen. Als kind al kon ik in de zomer niet buiten spelen als de zon scheen.’ Ik kijk naar hem, naar zijn kwetsbare huid. In gedachte zie ik hem als kind verlangend naar buiten kijken naar zijn vriendjes. ‘Ik moet echt een pharmacia vinden waar ze spullen verkopen met een hele hoge factor, vooral voor mijn mond.’ Voor vandaag heeft hij iets gekregen van Nikki, Als oplossing draagt hij nu een mondkapje. Ik kan hem niet helpen, ik ben mijn lippenspul ook al verloren en ik heb niet meer als Nikki al heeft gegeven.

Even verder kom ik Nikki tegen. ‘Tot vanavond’, zeg ik en meteen erachter aan, ‘het wordt onze laatste avond samen.’ Ze pakt mijn hand, kijkt me aan en knijpt er even in voor ze doorloopt. Ik voel een brok in mijn keel als ze me aankijkt. Het voelt allemaal zo verrekte dubbel. Ik zie ernaar uit om de laatste kilometers te lopen de euforie van het er bijna zijn, maar dit is de andere kant. Na al die weken in Noord Frankrijk waar ik weinig mensen zag ontdek ik hoe fijn ik het vind om elkaar steeds tegen te komen en om de avond te delen.

Ik kijk  om me heen, het landschap is uit de stad meteen al zo anders. De hoeveelheid cipressen die ik steeds in Toscane zag beginnen duidelijk te verminderen. Ik kijk wijds uit over een toendra-achting gebied. Het gras is dor, bruin verkleurd. Graafmachines diepen de watergeulen uit voor de komende regenperiodes. De paden worden met gravel versterkt, akkers worden omgeploegd. Alles wordt winterklaar gemaakt. Keer op keer stop ik en kijk om, naar het land vol heuvels met de Apennijnen op de achtergrond. Niet voor te stellen dat ik het gebied lopend ben doorkruist.

Ik word ingehaald door een jong stel. We lopen een tijdje op en praten wat. Mia, want zo heet ze, komt uit Kroatië, Carlos is een echte Spanjaard. Ik vraag hoe ze elkaar ontmoetten hebben. Mia lacht en kijkt naar Carlos als ze zegt: ‘Op de camino.’  Waarop hij zegt: ‘Ik was meteen verliefd op haar maar Mia niet op mij, dat duurde even. Maar dat is al weer eventjes terug, dat was in 2013.’ ‘We zijn in augustus getrouwd’, zegt Mia, ‘we hebben het feest twee keer gevierd, in Spanje en in Kroatië. Dit is onze huwelijksreis.’ Ik weet niet wat ik hoor wat een prachtig verhaal, een echte caminoliefde. Wanneer waren jullie op de camino Frances?’ vraag ik met spanning. Als Carlos zegt: ‘Het was in juli,’ kan ik niet nalaten te zeggen dat ik daar toen ook ergens liep. ‘Heb je de liefde gevoelt?’ vraagt hij vervolgens lachend. We babbelen nog wat waarna ze doorlopen.

Na ongeveer tien kilometer kom ik  San Lorenzo Nuovo, een gezellig plaatsje met een groot plein met restaurantjes en cafés. Van verre zie ik Kim, Allesandro, en het pas getrouwde stel al zitten. Ze zwaaien naar me. Ik bestel een groot glas cola en schuif aan. Kim laat me blij de sunblock zien die hij eindelijk heeft kunnen kopen. Ik zie dat er een last van hem is gevallen. Ik leg slechts even mijn hand op zijn schouder, ik ben blij voor  onze grote rozige reus. Bij de kerk voor ons is het druk. Keurig geklede mannen en vrouwen wachten daar. Bij de ingang van de kerk staan drie priesters in hun mooiste, witte kazuifels te wachten. Zeker zes misdienaars lopen in lange rode gewaden heen en weer.  Nieuwsgierig vraag ik me af wat hier gebeurt, een belangrijke trouwpartij misschien?

Even later hoor ik fanfareklanken. Ik spits mijn oren dit begint echt leuk te worden. Vanuit een zijstraat komt een optocht aanlopen. Voorop lopen drie mooie vrouwen in lange lichtroze voilejurken, gracieus wappert de stof om hun benen. Ze hebben alle drie hetzelfde boeket van witte bloemen in de hand.  Daarachter de fanfare. De al wat oudere mannen en vrouwen in een simpel wit overhemd met zwarte broek spelen marsmuziek. Komt het door de wind? Of wordt er gewoon vals gespeeld? Bij de kerk aangekomen vormt zich de processie. Een vaandel met daarop een afbeelding van de maagd Maria wordt door de middelste van de vrouwen in roze jurken meegedragen. De priesters lopen met wapperende gewaden daarachter gevolgd door de misdienaars. Andere deftig geklede mensen met witte sjalen om de schouders volgen de misdienaars. De rij wordt gesloten door de burgemeester met de driekleurige sjerp van Italië om zijn schouders. Hierachter lopen de “gewone mensen” en sluiten daarmee de processie af.

Ik vraag aan een meisje op het terras wat zich hier afspeelt. ‘Dit is een dorpsfeest ter ere van de maagd Maria, de vrouwen in de roze jurken staan symbool voor de maagd Maria.’  Genietend kijk in nog eens naar dit typisch katholiek schouwspel. Het is heel erg lang terug dat ik als katholieke zoiets heb meegemaakt.

Als ik de stad weer verlaat word ik getrakteerd op een geweldig uitzicht. Aan mijn voeten ligt Lago di Bolsena. Een van de tien mooiste meren van Italië. Ik ga door een prachtig bospad omhoog en omlaag en uiteindelijk omhoog naar ruim 600 meter. Keer op keer komt het meer in beeld. De zon schittert op het rustige water ik kan mijn ogen er niet vanaf houden.

In Bolsena wachten de anderen me op in de ostello. Fabian zegt dat hij wil zwemmen en kijkt me vragend aan. Oh nee, ik lach wat en schud met mijn hoofd. ‘Ik heb geen zwemspullen,’ zeg ik. Ik kijk naar Niki en zie dat ze gewond is. Ze is behoorlijk gevallen vanmiddag, naast de hoofdwond heeft ze haar arm flink geschaafd. Ze heeft duidelijk pijn. ‘Heb je iets tegen de pijn?’ vraag ik. Ze schudt met haar hoofd. ‘Ik heb brufen voor je’, zeg ik, ‘je moet die echt nemen want anders ga je erg stijf worden én je moet in beweging blijven. Zeker als je morgen je laatste dag nog wilt wandelen.’ Ik geef haar mijn brufen en lieg keihard als ze zegt dat ze ze alleen wil nemen als ik zelf nog genoeg heb.

Fabian kijkt nog steeds vragend. Ik moet lachen om zijn aandringen en denk gelijk wat maakt het mij ook uit. ‘Oké’, ‘zeg ik, ‘we gaan zwemmen.’ Ik pak mijn schone ondergoed en samen lopen we naar het meer. Ik weet niet wat ik voel als ik het water inga. Wat een heerlijke temperatuur, wat is het schoon, wat is het een feest om hier te zwemmen. We blijven lang in het water. Ik drijf eindeloos lang ontspannen op mijn rug, ik maak wat slagen en ik draai me weer eens om. Ik krijg er geen genoeg van.

‘S avonds vieren we onze laatste avond samen. Sophia en Niki gaan morgen ieder een andere kant op. We kopen stukken pizza en bier hiermee gaan we terug naar het meer. Terwijl de pizza in onze mond verdwijnt, zakt de zon zachtjes achter de horizon. Een prachtig spektakel in rood en oranje die langzaam naar purpel kleurt en uiteindelijk overgaat in het donker. De lichtjes aan de oever aan de overkant  aan het meer zijn als sterren die zijn neergedaald. Nog lang zitten we zachtjes samen te praten. De avond is volmaakt…

6 gedachtes over “Lago di Bolsena…

  1. Hi Vronie,
    Wat is het toch prachtig om jou verhalen te lezen. Alle dagen kijk ik er naar uit. Het word nu aftellen voor je laatste ongeveer 150 km. Nog veel geluk!
    Liefs buurvrouw Colinda

  2. Lieve Vronie

    Iedere dag je belevenis lezen.
    Heel fijn dat we je zo mogen volgen.
    Je doet het. Zon- regen-warmte.
    We genieten ervan.
    Nog een week. Geniet van alles.
    Succes
    Liefs Coby

  3. Lieve Vronie
    Wat fijn jouw verhalen te mogen lezen.
    Heel veel succes de laatste week.
    Wat zal het een feest worden als je Rome binnen ga.
    Lieve groet Coby

  4. Lieve Vronie
    Mooi verwoord alle verhalen! . De vrijheid/natuur! Super avontuur moidje.
    Veel plezier nog en tot in Holland. Dikke kus. Willy.

  5. Lieve Vronie,
    Je laatste week gaat in waarvan je niet eens alle dagen meer hoeft te lopen!
    Dat wordt afzien voor ons, geen verhalen meer van jou ‘ s avonds,
    Geniet nog van je laatste dagen!
    Liefs
    💋

Geef een reactie