Korte fragmenten uit ‘De Witte Overwinning’. Nog niet gepubliceerd.
Amsterdam-Doha-Kathmandu
26 april 2022
Om 16.45 precies lieten de wielen van de B777 van Qatar Airways Nederland los. Ik ben onderweg, onderweg naar het dak van de wereld. Naar Nepal. Voor een wandeling in de Himalaya. De Manaslu trekking: de tocht van de heldin en de held. De Manaslu is één van de tien hoogste bergen.
Er is veel aan vooraf gegaan, en niet alleen het COVID-19-virus dat de wereld in zijn greep hield de afgelopen twee jaar. Neem nu gewoon vorige week. Al weken hield ik iedereen op afstand, angstig om alsnog met het virus besmet te worden waardoor de reis voor de zoveelste keer op een rij verzet zou moeten worden. Ondanks mijn voorzorgsmaatregelen werd ik toch ziek. Corona? Nee. De ordinaire vertrouwde griep. Terug van een jarenlange afwezigheid hield en houdt het Nederland in zijn tanige vingers. Familieleden om me heen werden ermee besmet. Ik dus ook..
Aan de andere kant van het ravijn is keer op keer het donderende geluid te horen van lawines. Niet veel later zie ik voor het eerst in mijn leven met eigen ogen hoe de donderende witte massa een weg naar beneden vindt. Niks geen sneeuwpop gevoel meer. De euforie van het eerste sneeuwlaagje is volledig verdwenen. De sneeuw wordt een extra vijand.
Als na vijf uur zwoegen de zevenhonderd meter stijgen zijn afgelegd, wijst Gyaltsen enthousiast met zijn stok naar iets met vlaggen. ‘Larkya pass’, roept hij blij keer op keer. Er komt een gevoel van ongeloof bij me binnen: komt er een einde aan deze hel?