Nieuwe gezichten…

3 en 4 september 2023. Uitslapen op de camino. Natuurlijk was ik vroeg wakker en vroeg me af wat ik met de komende uren zou doen. Ik pakte mijn IPad en scrolde wat heen en weer. Via YouTube bekeek ik oude uitzendingen van “Beste Zangers”.  Opeens kwam er een app van Jan, de taxi staat voor ik ben straks bij je. O jee, ik moest nog ontbijten, mezelf nog aankleden en mijn tandenpoetsen. Opeens moest ik me op mijn vrije dag nog haasten.

Na een half uur reed de taxi met Jan erin voor. Ik moest grinniken terwijl ik instapte. Met de taxi naar het centrum van Siena, hoe gek kan je het maken op een camino. Maar zou het vandaag geen normale dag zijn, een rustdag een echte zondag? Ik liet het allemaal over me heengaan.

Na een paar minuten arriveerden we bij Porta Camollia. In een rustig tempo wandelden we richting het oude centrum. Al snel zagen we een terrasje in de schaduw waar we onze eerste cappuccino dronken met iets lekkers erbij. Wat was het leuk om met Jan hier te kletsen. Kletsen over wandelen, over  tuinen, over vakanties en over toekomstige wandelroutes. Na de capucinno liepen we verder naar Piazzo del Campo. We kwamen door een van de tunneltjes op het plein. Ik keek mijn ogen uit, zo vroeg en al zoveel toeristen, busladingen vol werden er afgeleverd. Grote groepen liepen met een gids langs de beroemde gebouwen en andere bezienswaardigheden.

Op de Piazzo zochten we weer een terrasje en werd het tijd voor een groot glas cola. Al van verre hoorden we de eerste drumbands van het drumbandfestival wat die dag in de stad was. Luid golfde het geluid van de slagwerkers tussen de hoge gebouwen op het plein. Gestoken in historische kleding was het ook nog een prachtig gezicht. Een grote groep vaandeldragers ging het plein rond en sloot daarna de rij. Na het plein liepen we in een rustig tempo weer verder door de straten. Ik zocht het toeristenbureau, daar lag de stempel van de kathedraal, die mocht niet ontbreken in de rij die ik al verzameld heb op mijn credencial.

Met Jan een dag doorbrengen betekent geen activiteit, betekent een echte rustdag. Op het plein zochten we het volgende terrasje het was inmiddels tijd geworden voor de lunch. Tegenover het terresje stond de grote kathedraal van Siena. Terwijl ik hapte van het brood gingen mijn ogen over  de kathedraal. Opgebouwd uit zwart en wit marmer was het een sprookje om te zien. Ik kocht een entreekaartje en ging naar binnen. Jan bleef buiten en nam nog een cappuccino. Binnen vergaapte ik me aan de pracht. De hele vloer was vol van in en met marmer uitgebeelde taferelen. De preekstoel, van wit marmer, een kunstig stuk werk en gemaak door iemand met een levendige fantasie. Het dak was een donkerblauwe weelde met goudkleurige sterren.

Weer buiten sloten we het bezoek of met nog een kopje koffie waarna we rustig het oude centrum uitliepen.  Mijn rustdag was geslaagd en Jan was de perfecte persoon hiervoor. Op mijn gemak liep ik terug naar mijn hostel. In het hostel vroeg ik de eigenaar om voor morgenochtend een taxi voor mij te regelen.

In mijn kamer trof ik weer heel vertrouwd mijn voorbereidingen voor morgen en zette de wekker op vijf uur.

De slaap was nog ver. Op mijn iPad keek ik naar een film. Het werd te laat, ik wist het maar de slaap was nog steeds ver te zoeken.

Om vijf uur stap ik uit bed, eet mijn ontbijt poets mijn tanden en  ga om kwart voor zes naar buiten.  In het donker wacht ik op de taxi die om precies zes uur voor komt rijden. Gister liep ik voor de derde keer  het stukje camino naar het centrum.  Mijn hostel is op 3.75 kilometer van de plaats waar de route vandaag begint. De bus gaat pas om 7.10 uur en dan moet ik nog een stuk lopen. Voor ik op de route ben is het half acht. Dat is echt te laat. De beslissing was snel genomen: een taxi daarbij mogen de taxie’s wel in het oude centrum komen.

Om 6.06 uur sta ik fris op de route. Het is stil in de stad ik ben nu de enige in de straat die gistermiddag nog overvol was met toeristen.  Ik geniet nog even van een Siena zonder mensen, de winkels zijn nog dicht. Door een grote poort verlaat ik de stad. De opkomende zon zet de gebouwen in een bloedrood licht.

De eerste kilometers gaan over asfalt en over een industrie terrein.

Maar daarna verandert de omgeving ik kom in het hoogland van Toscane. Ik kan zover kijken als ik wil. Lange rijen cipressen staan op de horizon. Ik geniet, wat een feest om zo ver te kunnen kijken. Er waait een heerlijk Hollands windje. Oh, wat heb ik het naar mijn zin. Als ik boven op een heuvel sta spreid ik mijn armen wijd en ga met mijn gezicht in de wind staan. Luid roep ik: ‘Heerlijk wind, wat heerlijk dat je er bent, wat een heerlijke wandeldag zo.’ Inderdaad, de wind blaast de warmte weg van de zon die inmiddels door de wolken is gekomen.

Heuvel op en heuvel neer, ik geniet intens. Overal staan bankjes voor veel pauzes. Pelgrims passeren me, nieuwe gezichten. Het nadeel van mijn rustdag is dat ik geen contact meer heb met de oude groep. Dat ik Rick, Tania, Matheo en Juliana pas weer in Rome zal zien, als ze daar dan nog zijn.

Tijdens een van die pauzes komt er een rozige reus aanlopen. Hij stopt en begint zijn verhaal. Zijn korte broek is letterlijk van boven naar beneden gescheurd. Eronder draagt hij een legging. Hij  is één bonk hartelijkheid. Kim, want zo is zijn naam, is vandaag begonnen, hij kijkt pijnlijk als hij over zijn voeten begint.

Blij kijk ik om als ik zie dat ik word ingehaald.d door een vertrouwd gezicht: Fabian. We babbelen wat en dan gaat Fabian weer verder. ‘Tot vanavond,’ zeggen we tegen elkaar. De laatste vijf kilometer loop ik langs een spoorlijn. Naast het spoor staan struiken, ze nemen de wind weg en geven geen schaduw. Stug ga ik door, de laatste kilometers zijn altijd het moeilijkst. Ik zie de omgeving niet meer, ik zie de grappige hagedissen niet meer.

Over de brug kom ik en Ponte d’Arriva. De ontvangst is hartelijk. Ik zie alleen maar weer nieuwe gezichten. Gelukkig komt de rozige reus Kim even later aanstampen. Ook Fabian arriveert snel. Samen gaan we in het dorp wat drinken, de andere pelgrims sluiten ook aan.

Ik kijk de tafel eens rond, we zijn al vertrouwd geworden met elkaar. Een biertje versnelt het. Onze lach wiegt op de wind. Kim vertelt over zijn ervaringen met de Vierdaagse van Nijmegen. ‘Nederland is het land van feesten’,  vertelt hij aan de anderen. ‘Een vijftig kilometer lang feest. De wandelaars bewegen  zich als een dikke slang door de straat.’  Ik grinnik wat om zijn uitleg. Ik zie het helemaal voor me. Zelf had hij het einde van de Vierdaagse niet gehaald.

De heerlijke maaltijd gekookt door de vrijwilligers, is het hoogtepunt van de dag. Tevreden kruip ik op mijn bed.Nog 250 kilometers naar Rome…


2 gedachtes over “Nieuwe gezichten…

Geef een reactie