Ongenaakbaar, woest en toch gracieus…

27 juli 2023. Verschillende keren werd ik wakker vannacht. Langzaam aan nam de kou toe. Waren mijn voeten eerst nog behaaglijk warm verdween dat ook in de loop van de nacht. Halverwege de nacht had ik mijn regencape gepakt en dat zorgde dat mijn voeten weer wat warmer werden. Maar de regencape was glad, ik bleef overeind komen om hem terug te leggen. Tot ik de mouwen onder mijn luchtbed klem legde. Helaas kwam de cape niet tot mijn schouders. Af en toe ging ik op mijn handen liggen om ze wat op te warmen. Mijn telefoon stopte ik in mijn slaapzak want de batterij is gevoelig voor koude en mijn zooltjes kregen weer een privé plekje dicht tegen mijn huid.

Uiteindelijk schiet ik om half acht wakker, laat! Voor het eerst ga ik onderweg in een lange broek en met twee shirts aan. Het is nog stil in huis. Nadat is al mijn spullen ingepakt heb schrijf ik op een stuk karton een bedankje. Nog een keer kijk ik rond, de glazen op de salontafel, de boodschappen op tafel, de aanrecht vol vuile vaat en de haren die in wolken over de grond gaan. De grote, goedmoedige, witte hond knikt naar me. Zachtjes trek ik de voordeur achter me dicht, een ervaring rijker. Bij een bakker eet ik buiten een ontbijt, de lucht voelt zacht. Op een tv zie ik dat de zon vandaag weer terugkeert.

Om half tien begin ik eindelijk aan mijn wandeldag. Laat!  Vandaag lijkt het me niet te raken, ik voel een zorgeloosheid maar er hangt ook verwachting in de lucht. Ik weet wel waarom. Wat gister nog niet tot me doordrong, komt vandaag wel binnen. Zwitserland! De grens is niet ver meer, dit is mijn laatste uurtje in Frankrijk. Ik weiger terug te kijken, dat kan ik nog niet. Ik ben nog niet eens op de helft. Maar dit is voor mij een hoogtepunt.

Als ik de deur van de kerk de Saint-Maurice open zie staan, ga ik er recht opaf.  Ik koop twee kaarsen. Bij het Mariabeeld zet ik ze neer en steek ze een voor een aan. Één kaars voor al die mensen die we moeten missen. Één kaars voor mezelf, uit dankbaarheid, omdat ik Frankrijk veilig door gekomen ben en voor kracht voor de komende weken.

Daarna richt ik mijn blik op de komende drie kilometers. Zwitserland, nog even…  Ik zie de grens al van verre. Het douanekantoortje dient nu voor houtopslag. Vanuit Zwitserland komen er twee mensen lopen. Mijn magisch moment is nu heel dichtbij. De vrouw wil die graag voor me vastleggen. Er staat een mooie, oude grenspaal. Ik ga aan de rechterkant kant staan, ik ben nog steeds in Frankrijk. Ik til nu mijn voet op en zet die heel bewust aan de andere kant van de paal. Hoera ik ben in Zwitserland, is het niet geweldig! Tenslotte passeer ik de grensafscheiding gemaakt van puntjesdraad. Bij het pad is een stuk weggelaten. Juichend, met mijn handen hoog in de lucht ga ik er door. Het is me gelukt. Juichend roep ik naar de bergen met een brok in mijn keel: ‘Niet te geloven, het is me gelukt, ik ben in Zwitserland.’  Grinnikend zie ik meteen dat ik dit belangrijke moment gedaan heb met mijn shirt binnenstebuiten.

Dit moment wil ik delen en stuur de foto’s naar huis. Vervolgens bel ik Annie en zeg dat ik haar land heb verlaten. Arie belt om te te feliciteren.  En zo hang ik hier nog wat rond tot ik me realiseer dat er wel grote dingen gebeurd zijn maar dat er nog maar weinig kilometers zijn gelopen. Het wordt echt tijd dat ik verderga.

De lucht wordt blauw. De extra shirtjes gaan uit en bij een washuisje rits ik de pijpen van mijn broek. Al snel zet ik mijn hoed op tegen de hete stralen. De omgeving verandert, het lijkt wel netter hier. De huizen zijn hoog en groot. Grote betonnen bruggen overspannen de dalen.

Als ik uit een lange bocht kom schotelt Zwitserland mij een van zijn mooiste gebieden voor. Mijn ogen gaan over de bergen. De Alpen. Als een eruptie van de natuur liggen ze daar en ik heb het gevoel dat de hele keten in één keer zichtbaar is  voor mij. Ik word er stil van. Ongenaakbaar, woest maar ook gracieus liggen ze voor me.  De hoogste pieken wit door de sneeuw. Welke zou de Mont Blanc zijn? Het gebied aan hun voeten is opvallend vlak. Het geeft nog meer kracht aan hun grootsheid en aan hun tijdloosheid. Mijn gedachten gaan naar de Himalaya’s waar ik vorig jaar was. Hetzelfde nietige gevoel, het gevoel dat ik totaal niets beteken in deze keten, dat gevoel komt nu ook weer over me.

Tijdens het lopen gaan mijn ogen er steeds weer naar toe. Ik heb nu aan de ene kant de groene bergen van de Jura en aan mijn andere hand de Alpen, hoe bijzonder. Als het pad zich wegdraait en in een bos over gaat brengt dat wat rust in mijn hoofd. Want diezelfde ongenaakbare Alpen moet ik ook passeren en wat vind ik op mijn weg. Het bospad is mooi, schaduwrijk en gaat over de heuvels richting Orbe. Het daalt tot 455 meter hoogte. Orbe is een schattig stadje met verrassende overdekte straatjes. Op een terras drink ik van mijn nieuwe verslaving, cola. Als ik wil betalen vraagt het meisje wat ik wil, ze laat me de Zwitserse franken zien.  Ik heb er geen moment aan gedacht maar gelukkig is de bankpas ook een prima betaalmiddel.

Langzaam schuift de huidige wereld zich voor de Alpen. Een industrieterrein, auto’s rijden over grote betonnen bruggen. Het tijdloze wordt langzaam overgenomen door de snelheid van deze wereld.

De laatste kilometers zijn niet makkelijk. De zon jaagt de temperatuur op. Ik ben moe en verlang naar rust. Als ik eindelijk in Chavornay kom, loop ik keer op keer fout. Ik kan mijn slaapplaats niet vinden. Tenslotte vraag ik het aan een vrouw. Ze loopt met me mee.  Ik grinnik ondanks mijn vermoeidheid want ik ben er al twee keer langs gelopen.

Ik heb een heerlijk huisje voor mezelf. De wasmachine wast deze keer mijn kleren. En ik krijg mijn eerste Zwitserse stempel in mijn credencial.

Morgen wil ik vroeg op pad want er is nog een reden waarom ik vandaan zo’n verwachtingsvol gevoel heb. Morgen komt er bezoek uit Nederland. Iris is vanavond op de nachttrein gestapt. Ze heeft getraind, ze heeft een zorgvuldige samen gestelde en  tevens zo licht mogelijke rugzak op haar rug want we gaan samen de Grote Sint Bernard pas verslaan. Ze heeft een credencial, ze is gewoon een pelgrim voor een week.  Ik heb er zo afschuwelijk veel zin in. Ik snak naar familie om me heen. Morgen ontmoeten we elkaar in Lausanne. Wat zal dat een mooi moment zijn…

5 gedachtes over “Ongenaakbaar, woest en toch gracieus…

  1. Lief zusje, ik heb je de grens Frankrijk/Zwitserland zien oversteken, wat ben je toch stoer en lief, we genieten van je verhalen, in gedachten zie ik je weer aankomen op de fiets, even naar Frankrijk om de koffie. Geniet komende week samen met Iris, wij volgen jullie en genieten mee. Liefs van ons drie.

  2. Hoi Vroni,
    Ik lees alle dagen met veel plezier jouw reisverslag.
    Wat ik niet wist dat jij een dochter bent van Duw Konijn.
    Geen wonder dat jij zo’n doorzettings vermogen hebt, dat heb je natuurlijk van haar door gekregen.
    Ik heb met je moeder op de Moedermavo gezeten en zij is met mij en Annie,( ik was hotelleidster) mee geweest naar Lourdes. Een prachtige reis.
    Wat bijzonder dat ik dit nu allemaal lees en bij me opkomt.
    Ook mooi dat ik Annie en je moeder me zo voor de geest kan halen.
    Ik wens je nog veel wandelplezier.

    Een lieve groet van Ina van Schagen

  3. Stoere lieve zus met de schrijvers-genen van onze moe.Je bent alweer in je derde land!
    Geniet van je verhalen, jammer dat we elkaar niet kunnen treffen. We lopen net niet meer tegelijk in Frankrijk.
    Heerlijk dat Iris komt, geniet samen en óp naar het volgende en laatste land, Italië! Liefs x

  4. Proficiat met deze mijlpaal. mijn eerste reactie was: slapen kan ook worstelen zijn! Er valt veel te genieten, wanneer je daar oog voor hebt.

Geef een reactie