Slapen…

23 augustus 2023.  Het eerste waar ik aan denk is aan Sylvia, het is vandaag haar verjaardag. Weer ben ik er niet. Ik zing voor haar via de whatsapp.  Gelukkig heeft ze haar verjaardag uitgesteld en kan ik er zo bij zijn.  Maar een verjaardagsknuffel op de dag is toch wel het mooiste en dat zit er niet in.

Er zijn niet veel kilometers vandaag maar er zit wel een flinke klim in naar 200 en naar ruim 600 meter hoog. Ik eet mijn halve liter yoghurt. Om zes uur sta ik buiten, ik wil zoveel mogelijk profiteren van de frisse ochtend.

Als ik buitenkom zie ik net een ander stel pelgrims voorbij lopen, daar maak ik gebruik van.  Snel loop ik loop achter ze aan, het bespaart me het zoeken in de stad. 

Ik ben nauwelijks de straat uit of de stijging zet in. Het gaat behoorlijk pittig omhoog, als je nog niet goed wakker bent, dan wordt je dat zo heel snel.  Het andere pelgrimspaar is allang uit zicht. Het waren stevige serieuze stappers en ze hoefden niet, net als ik, steeds even te stoppen. Ik heb echt bewondering voor die mensen die zo’n geweldige conditie hebben.  Deze hadden niet eens wandelstokken om op te steunen. Het mag echt een wonder heten dat ik al zo ver ben gekomen.

Voor ik bij de eerste top van 200 meter ben,  is alles al nat. Het zweet loopt al van mijn kin en dan loop ik niet eens in de volle zon. Het is een mooi bospad dat me omhoog brengt.  Er is niets wat hier de stilte verstoort, het enige geluid komt van mijn zwoegende ademhaling en van het knerpende grint onder mijn schoenen.  Verder gaat het naar de 600 meter. Ik heb het warm en ik heb een vreselijke dorst. Het gaat allemaal maar moeizaam. Op een zacht paadje onder de bomen neem ik rust, ik zit met mijn armen om mijn knieën, ik kijk om me heen zonder iets  te zien. Ik voel mijn keel dik worden, ik leg mijn hoofd op mijn knieën en opeens vliegt het door me heen.  Ik ben op, ik ben moe, de slechte nachten met pelgrims die al midden in de nacht opstaan maken het niet beter. Twee maanden lang hield ik de spirit erin. Ik keek niet voor en niet achteruit en sloot mijn ogen voor alles behalve de kilometers van die dag. Ik voel me nu mentaal en fysiek moe. Dit is nog niet eerder zo gebeurt. Want was ik fysiek moe dan pepte ik mezelf op met positieve gedachten. Was mijn geest moe dan hield mijn fysieke conditie mij in  een soort automatisme in beweging. Het wordt tijd voor meer rust en eventueel een hele rustdag. En ik moet zorgen dat ik beter slaap. Het is een hele bekentenis zo aan mezelf, toegeven dat het op is. Hoe raar het ook klinkt hierna sta ik weer op met meer energie. 

Regelmatig vroegen anderen aan mij waarom ik geen rustdag nam. ‘Wat moet je zo n dag doen,’ zei ik dan, ik zag het nut er niet van in. Nu is het zover.

Boven mij zie ik een bergdorpje op de punt van een berg. Althans zo ziet het er voor mij uit. Waarom zouden ze dat gedaan hebben zo hoog, vraag ik me af. Hoe zou het wonen daar zijn, zo afgezonderd.

Even later zie ik weer zo’n poppendorpje voor me verschijnen. Zelfs een kerk torent boven alles uit. Als de klok in de toren het uur luidt, galmt het over de berg naar beneden. Ik even sta stil en bekijk van een afstandje dit verstilde hoopje woningen. Ik glimlach verheugd als ik zie dat de route er dwars doorheen gaat. Oh, wat geweldig, wat een buitenkansje. Ik bestudeer elk hoekje, elk detail. Het dorpje is een ingenieus stelsel van huizen, supersmalle straatjes, tunneltjes, bogen en trappen. De huizen zijn over en naast elkaar gebouwd. Het ene terrasje gaat over in het toegangspad van de ander. Er zijn veel meer huizen dan van een afstand zichtbaar is. In een dorpje als dit kunnen geen geheimen bestaan. Je hoort precies wat de een tegen de ander zegt. De sfeer ademt vrede uit.  Auto’s en het parkeren van auto’s is niet mogelijk, er zijn speciale plaatsen buiten het dorpje. Dat maakt dat het karakter niet verstoord wordt, het originele blijft zo zichtbaar.  

Nog nagenietend loop ik aan de andere kant er weer uit, in gedachte zie ik nog al die spannende hoekjes en straatjes, wat moet het bijzonder zijn om hier te wonen. Al het zweet en de sombere gedachten zijn vergeten. Als ik een bus de haarspeldbochten zie draaien verlies ik iets van mijn fantasierijke gedachten. Het dorpje is dus toch niet zo afgelegen en afgesneden van het leven beneden als ik dacht, zeker niet als de bus er elk uur gewoon naar toe rijdt.

Na de 600 meter  gaat het verder naar beneden. Veel paden lijken meer op diep uitgesleten, droge rivierbeddingen, hier wil je niet zijn als de regen ze vo l water zet.  Als ik uit het bos kom treft me een prachtig uitzicht. Ik kijk uit op de zee, dat betekent dat ik al flink afzak in Italië. In de verte zie ik grote schepen, het is nog zo ver dat het lijkt alsof ze stil liggen.

Het dal onder me is volgebouwd. Ik zie grote fabrieksterreinen, heel veel huizen en ik zie her verkeer als speelgoed autootjes er tussendoor razen.

Rond één  uur arriveer ik in  Sarzana. Ik ben te vroeg, ik kan pas inschrijven vanaf  half vier. Naast de kerk is een klein cafeetje. Ik doe mijn schoenen uit en installeer me om daar de komende uren te blijven. Ik bestel cola bij de vrouw achter de bar. Ik zie dat ze naar  mijn voeten kijkt, wil ze misschien niet dat ik op sokken loop? Even later komt ze met een flesje gekoeld water bij me. Ik kijk haar niet begrijpend aan. Ze maakt een beweging naar haar benen en wijst dan naar de mijne. Opeens begrijp ik het, ik moet mijn voeten koelen met het koude water.  Ik kijk even om me heen, want dat wordt natuurlijk wel een waterballet. Ik ga op de stoel zitten naast een plantenbak en doe mijn sokken uit. Één voor één houd ik mijn voeten boven de planten en giet het koude water erover. Wat is dit heerlijk, wat een geweldig idee. Ik bedank haar keer op keer voor dit prachtige gebaar.

Later in de ostello, neem ik een heerlijke watervaldouche en daarna ga ik op mijn bed liggen. Ik denk aan vanmorgen aan mijn moment van moedeloosheid, ik moet zorgen dat ik meer slaap krijg en ik moet zorgen voor meer rust.Met dat voornemen val ik al om half negen in slaap…

Een gedachte over “Slapen…

  1. Lieve Vronie, inderdaad tijd om je “ jokers”, zoals je zelf je vrije dagen noemt, in te zetten. Of in ieder geval, halve jokers. Halve dag lopen, halve dag en dan laad je weer op voor een lange dag! Je schiet al zo op en je gaat Rome natuurlijk wel halen 💪 liefs 💋 Nelly

Geef een reactie