Tania…

12 augustus 2023. Ik draai de sleutel om in de ijzeren poort en gooi hem met een zwaai weer over de poort terug. Ik wil om zeven uur vertrekken en daarom hebben we het zo afgesproken.

Ik loop terug naar de stad want daar begint de route. Op de Plaza della Republika is het al druk. Keurig gekleed zitten ze daar al. Een kopje koffie met water voor hun op tafel. Sommige lezen de krant anderen babbelen met elkaar. Regelmatig schalt de lach al door de verder nog lege straat. Het is de oudere generatie die al vroeg wakker is. Geen slaperig gezicht zit tussen de gestifte lippen en de keurige broekvouwen. Zoals altijd laat ik even mijn blik over de voeten van de mannen gaan. Mooie Italiaanse schoenen en het liefst de sokken niet zichtbaar, ik mag dat zo graag zien. Mijn ogen komen hier volop aan hun trekken en mijn lach wordt steeds breder. Ik knipoog nog net niet naar degenen die aan mijn verwachting voldoen.

Het is kwart over zeven en het is al 26 graden. De muskieten houden zich niet alleen op in de akkers, met verbazing zie ik ze ook in de stad. Ze zijn hier net zo erg aanwezig. Als ik even stil sta komen ze meteen op me af gevlogen. Wrijvend en wuivend met mijn handen wip ik van been op been. Ik neem elke ochtend trouw mijn anti-histaminica en daar wil ik het bij laten. Ik heb geen zin om mezelf helemaal in te spuiten met Deet. Daarbij ik zweet zoveel dat ik het meerdere keren per dag moet herhalen wil het zinvol zijn.

Na een paar kilometer zit ik weer volop in de rijstvelden, toch begint er langzaam wel meer afwisseling in te komen en het echtpaar waar ik sliep vertelde dat het laatste stuk langs de rivier vol staat met bomen.

De vroege ochtend gebruik ik voor mijn contacten met thuis, even bellen en even melden dat ik weer onderweg ben en vooral horen hoe het daar is. Ik zit op een bankje als ik in gesprek ben. Onder mij probeert een groen rupsje van hooguit twee centimeter lang en een paar millimeter breed zich omhoog te werken langs een stengeltje van exact dezelfde keur. Ik glimlach om zijn atletische bewegingen. Als het gesprek afgelopen is zit het triomfantelijke op de stengel.

Ook al is de route goed aangeduid als ik even niet oplet gaat het toch fout. Gelukkig ben ik na die dramatische dag scherper geworden en check ik veel vaker. Omdat teruglopen niet in mijn woordenboek staat kies is via mijn GPS een weg die uiteindelijk weer op de originele route uitkomt. Een man die mij ziet gaan roept me keer op keer, hij  denkt dat ik fout loop. Ik gebaar dat het echt goed gaat.

Het gaat lekker vandaag en mijn doel om met de middag flink over de helft te zijn gaat zeker lukken. Ook heb ik de zuster beloofd, van het klooster waar ik vanavond slaap, dat ik vóór vier uur bij hun ben. Daarna gaan ze bidden en ze worden dan liever niet gestoord.

Diep in gedachten stap ik verder, ik ben vlak voor Grapello Caïoli, tot mijn spijt gaat de route niet echt door het centrum. De kans op een cafeetje is dan een stuk kleiner? Ik verschiet als opeens iemand achter mij begint te praten. De man, die aan het hardlopen is, houdt zich in en zegt iets. Het gaat over de route, ik snap er niets van want ik ga toch echt goed. Hij blijft bij zijn wens om mij iets duidelijk te maken en gaat nu snelwandelend naast me lopen. Ik ga snelwandelend achter hem aan. Ik kijk eens opzij, het zweet  tapt van zijn gezicht. Hi is toch zeker een dikke zeventiger en zo’n goede conditie ik heb er respect voor. Het is me sowieso al opgevallen hoe sportief de zeventigers hier zijn. Na een honderd meter wijst hij met zijn hand een route aan, ik zie nu wat hij bedoelt en ik ben hem zeer dankbaar. De man groet, draait zich om en gaat weer hardlopend terug.

Ik loop nu door het centrum van het dorp, dat bespaart me een pad wat helemaal overgroeid was. Van verre zie ik al de tafeltjes met stoeltjes aan de weg. Met een flinke laag koffie in mijn maag ga ik even later weer verder langs de winkels. Opeens komt er een heerlijke geur in mijn neus. Ik snuif hem helemaal vol met de frisse geur van zeep en parfum. Ik ben gevoelig geworden voor heerlijke geuren, ik ben namelijk de hele dag omgeven door mijn eigen zurige zweetlucht. Ik keer om en herhaal het stukje, als ik weer langs die open deur loop snuif ik nog één keer mijn neus vol met  die heerlijke geuren die  uit de drogisterij komen. Als ik mijn ogen dichtdoe kan ik nog heel lang de geur oproepen. 

Het zit vandaag zeker in de lucht want ik wordt een aantal keren aangehouden door mannen, tot nu wel steeds sportende mannen. Stuk voor stuk zijn ze nieuwsgierig en willen weten waar ik naar toe ga. Het laatste stel roept  me zelfs vanaf de dijk boven me. Ik houd mijn hand boven mijn ogen om ze goed te zien en zo voeren we ons gesprek. Ze hebben bewondering voor me en wensen me een veilige wandeling naar Rome toe.

Als het pad bij de rivier komt zie ik opeens dagrecreatie ontstaan. Mensen liggen verspreid langs de oever onder hun parasol te lezen, te praten of gewoon of ze liggen echt te zonnen. Ik vraag me af hoe ze dat met de muskieten hebben, misschien zijn Italianen er immuun voor.

De beloofde bosjes naast het pad maken het wandelen aangenaam, ik vind er zelfs iets terug van in de bergen. Ik word hier vergezeld door vliegende sprinkhanen . Als ze vliegen zijn het net rode en blauwe vlinders en het lijkt wel of de sabelsprinkhaan rotorbladen op zijn rug heeft. Alleen zijn ze niet zo goed in het navigeren, ze vliegen regelmatig tegen me aan.

Grote bruggen kondigen de stad Pavia aan. Bij de derde brug ga ik naar rechts waar mijn ostello bij de zusters is. Ik ben ruim voor vier uur binnen. Als ik binnen in de koele ruimte kom begin ik als reactie afschuwelijk te zweten, het water loopt gewoon van mijn lichaam, mijn kleren zijn drijfnat. Ik wil die lieve Indische zuster, die uit Kerela komt, zo geen hand geven.

Wat een feest als ik boven de stijf gestreken lakens op mijn bed vind, ik zou er zo wel in willen kruipen.

‘S avonds ga ik de prachtige overdekte brug over naar de oude binnenstad. Op een terrasje eet ik de heerlijkste tagliatelle sinds ik in Italië ben. Lang houd ik het er niet vol, de muskieten jagen me de stad uit.

Ik ben de muskieten later dankbaar want nu ontmoet ik in het trappenhuis van het klooster Tania en Matheo uit Spanje weer. ‘Veronica’, hoor ik een bekende stel zeggen. Ik kijk op en ik  weet niet wat ik zie. ‘Tania’, roep ik luid, oh wat geweldig om je weer te zien.’  Blij omhelzen we elkaar, ik heb zo vaak aan haar gedacht en hoopte dat ik haar weer  zou ontmoeten. We hebben elkaar na drie juli in Frankrijk niet meer gezien. Er is zoveel te vertellen, gelukkig liggen we op dezelfde slaapkamer. We wisselen nu meteen onze telefoonnummers uit want onze ontmoeting is kort. Tania en Matheo vertrekken vannacht om half vier, ze willen een afstand van meer dan veertig kilometers lopen.

Deze ontmoetingen maken mijn wandeling zo waardevol, ze maken dat ik de moed erin houd. Want Rome is nog ver…

Een gedachte over “Tania…

  1. Hay Veronique (Vronie) Met veel genoegen lezen wij (Greet & Gerard de Loor) jou dagelijkse reis verslagen. Wat een prestatie toch weer. Chappeau. Wij kijken nu al weer uit naar de volgende. We wensen je veel geluk onderweg weg toe. En hou de route in de gaten, zodat je minder verkeerde kilometers loopt. Vriendelijke groeten van Greet & Gerard de Loor.

Geef een reactie